Praktijk in de kijker: ‘Samen luisteren en vertellen’ van CO7
Hoe kunnen we het leesplezier van jongeren en volwassenen vergroten? Het is een thema dat veel organisaties aanzet tot creatieve en innovatieve projecten waarmee ze bijdragen aan een brede leescultuur. In deze reeks zoomt Iedereen Leest in op leesbevorderingsinitiatieven die navolging verdienen en die andere organisaties kunnen inspireren om gelijkaardige projecten op te zetten.
door Katrien Elen
Samen met kinderen bij wie lezen niet zo vlot gaat een luisterverhaal creëren op basis van een bestaand leesboek, dat was het opzet van ‘Samen luisteren en vertellen’. Het idee kwam van Bart Deceuninck van De Woordenzee en Tilde Vandenbroucke van Wonderling Verteltheater, samen De Wonderlinge Woordenzee. Hun idee werd opgepikt door CO7, een samenwerkingsverband voor cultuur en erfgoed tussen zeven gemeenten in de Zuidelijke Westhoek. Via Biblio7, het netwerk van bibliotheken binnen CO7, werd de oproep verspreid. Vier bibliotheken - die van Ieper, Langemark-Poelkapelle, Poperinge en Zonnebeke - tekenden in en gingen lokaal op zoek naar een gepaste basisschool of -klas die wilde meedoen. CO7 nam een coördinerende rol op. De Wonderlinge Woordenzee zorgde voor de uitwerking van A tot Z. Het eindresultaat? Vier luisterboeken die onder meer in de bibliotheken te beluisteren zijn door middel van QR-codes.
Voorbereiding: van scholenselectie tot boekenkeuze
De vier trajecten kenden een gelijkaardig verloop. In een eerste fase spraken de vier bibliotheken een lokale school aan. ‘Het doel was om leerlingen te bereiken die doorgaans minder tot lezen komen, zoals kinderen met leermoeilijkheden,’ zegt Yanaika Lannoo van de bib van Langemark-Poelkapelle. ‘Wij kennen de scholen in de gemeente en traden op als brugfiguur.’ Welke leerlingen zouden meedoen werd door de leerkrachten bepaald. Nele Devos, logopediste op KBRP De Klimrank, een school voor buitengewoon onderwijs in Poperinge: ‘Wij kozen voor een klas waar het lezen voldoende op gang was, maar ook bewust niet voor de oudste leerlingen. Voor hen is er op onze school al een groot aanbod aan activiteiten.’ De vier scholen en klassen die uiteindelijk meededen waren divers van profiel. Zo liep in Ieper zomerschool De Zomersprong het traject, een school die zich richt tot kinderen met leerproblemen. In VBS De Wijzer in Zonnebeke ging het om een leesklas voor jongeren voor wie lezen niet zo evident is.
Vervolgens bepaalden de leerkrachten uit een shortlist die De Wonderlinge Woordenzee had opgesteld het verhaal waarmee hun klas aan de slag zou gaan. Nick Coorevits, erfgoedconsulent bij CO7: ‘Het oorspronkelijke idee was om in samenspraak met de leerlingen het leesboekje te kiezen, om zo de betrokkenheid van de leerlingen te vergroten. De leerkrachten gaven aan dat ze dit liever zelf deden omdat ze vreesden dat er hierover onenigheid zou ontstaan en sommige leerlingen dan zouden afhaken. De boekenkeuze moest bovendien ook goed zitten qua niveau. Het vervolg van het traject was wel enorm participatief.’
In Poperinge gingen ze aan de slag met De trollen brullen van Rüdiger Bertram, in Ieper en Langemark-Poelkapelle werd voor verhalen uit de Zombert-reeks van Kai Pannen gekozen en in Zonnebeke voor Cowboy Klaas en Tommie Tornado van Eva Muszynski. ‘Uiteindelijk werkten alle scholen met leesboekjes van de Nederlandse Uitgeverij Bontekoe,’ zegt Bart Deceuninck van De Woordenzee. ‘We vroegen hen toestemming om de verhalen te mogen gebruiken. Dat mag immers niet zomaar, omwille van de auteursrechten op een verhaal. De samenwerking met Bontekoe liep vlot en constructief. Voor hen was het een mooie vorm van PR. Ze gaven ons de toestemming zonder dat we moesten betalen. Voorwaarde was wel dat de luisterverhalen achteraf niet online zouden worden gedeeld, maar dat ze enkel beschikbaar zouden blijven via de deelnemende scholen en bibliotheken.’
Cocreatie
Eenmaal de deelnemende klassen waren aangeduid en de data en de verhalen vastlagen, was het tijd voor actie. Op iedere school kwam De Wonderlinge Woordenzee twee keer langs. Tijdens de eerste sessie vertelden Bart en Tilde - gekleed in gouden glitterjassen - dat ze op zoek waren naar nieuwe leden voor hun ‘GenOORschap van het gouden OORsmeer’. ‘Dat eerste contact werkte meteen heel aanstekelijk,’ zegt Devos: ‘De leerlingen hadden dankzij die inkleding veel goesting om deel te nemen.’ Na enkele opwarmoefeningen en kennismakingsspelletjes werd het gekozen verhaal samen gelezen. Daarbij werd de leerlingen gevraagd om al na te denken over de geluiden en stemmetjes die voorkwamen in het verhaal. Aan de hand van een voorbeeld gaf De Wonderlinge Woordenzee vervolgens wat theorie mee. Wat zijn de elementen van een luisterverhaal? En hoe hangt alles aan elkaar vast: stemmen, geluiden, muziek…? Tot slot lazen de leerlingen het verhaal pagina per pagina opnieuw en schreven of tekenden ze op grote A3-vellen wat ze daarbij hoorden. Met die ideeën op zak rondden Bart en Tilde de eerste sessie af. Deceuninck: ‘Ik had er meteen een goed gevoel bij. Hoewel het iedere keer ging om een groep die doorgaans niet graag las, leken ze dat helemaal te vergeten doordat we de focus verlegden van “Wat staat hier?” naar “Hoe zou dat klinken?’
Bekijk hoe de sessies verliepen:
(de tekst gaat verder onder de afbeeldingen)
“Door leerlingen de kans te geven om te groeien, traden ze uiteindelijk allemaal buiten hun comfortzone.”
Voor de tweede cocreatiesessie bracht De Wonderlinge Woordenzee een mobiele opnamestudio mee die werd geïnstalleerd in een rustig lokaal op school. ‘De meeste leerlingen hadden nog nooit een opnamestudio gezien,’ zegt Devos. ‘Dat maakte indruk.’ Op deze besloten en veilige plek voelden de leerlingen zich bovendien op hun gemak om individueel stemmetjes in te spreken of geluiden op te nemen. Daarnaast werden er nog enkele geluiden in groep opgenomen, zoals het ritselen van bladeren, heel hard stampen of lopen op stenen. ‘Het was allemaal erg laagdrempelig,’ zegt Devos. ‘Iedereen kon meedoen naar eigen kunnen. Als een leerling aangaf iets niet te durven, was dat geen probleem. Maar Bart en Tilde stimuleerden hen wel om het later nog eens te proberen.’ Door hen de kans te geven om te groeien, traden alle leerlingen uiteindelijk buiten hun comfortzone. Devos: ‘Dat heb ik gemerkt aan de brulscènes. De eerste keer dat ze samen moesten roepen, waren sommigen nog stilletjes. Na verloop van tijd durfde iedereen luidkeels mee te doen.’
Bekijk hoe de opnames verliepen:
(de tekst gaat verder onder de afbeeldingen)
Het luistermoment
Sluitstuk van elk traject was het moment waarop het luisterverhaal in première ging. Tijdens een luistermoment in de lokale bibliotheek konden de betrokken leerlingen hun verhaal voor het eerst beluisteren in het gezelschap van hun familie en klasgenoten. Na een introductie door De Wonderlinge Woordenzee, werd het verhaal geprojecteerd terwijl het luisterverhaal simultaan werd afgespeeld. Nadien volgde een korte receptie en konden de kinderen op ontdekking gaan in de bib. Het aantal aanwezigen schommelde tussen 20 en 80. Zo tekenden in Langemark-Poelkapelle 60 à 70 personen present voor het toonmoment. ‘Een mooie opkomst’, vindt Lannoo. ‘Sommigen - kinderen, maar ook ouders - waren nooit eerder in de bib geweest. Voor hen was het een eerste kennismaking. Voor anderen was het concept ‘luisterverhaal’ nieuw. Ook voor die groep heeft het luistermoment de blik verruimd. Voor kinderen en volwassenen die minder vlot lezen, kan het immers helpen om af en toe een luisterboek op te zetten en tegelijk de tekst mee te volgen.’ Deceuninck onthoudt dan weer de trotse blik van sommige ouders op dat toonmoment: ‘Ze waren oprecht blij over wat hun kinderen hadden gemaakt. Zeker omdat het ging om een groep die niet altijd met goede leesresultaten thuiskomt. Ook voor die ouders voelde dat als een succes.’
“Sommigen waren nooit eerder in de bibliotheek geweest. Voor anderen was het concept 'luisterverhaal' nieuw. Ook voor hen heeft het luistermoment de blik verruimd. Voor kinderen en volwassenen die minder vlot lezen, kan het immers helpen om af en toe een luisterboek op te zetten en tegelijk de tekst mee te volgen.”
Tijdens Voorleesweek 2022 - die toevallig het thema droeg ‘Luisteren met je oren’ - werden de verhalen breder ontsloten. Zo was er in elk van de vier bibliotheken een standje waar de vier verhalen te beluisteren vielen. En ook vandaag zijn de luisterverhalen nog beschikbaar in de bibliotheken via een QR-code die op de boeken is gekleefd. ‘Ik merk dat deze boekjes heel vaak worden uitgeleend,’ zegt Lannoo. ‘Zeker door mensen die weten dat een neefje of buurmeisje eraan heeft meegewerkt.’
Bekijk hoe de luistermomenten verliepen:
(de tekst gaat verder onder de afbeeldingen)
Terugblik
De verschillende partijen blikken tevreden terug op het project. ‘Onze taakbelasting was beperkt,’ zegt Lannoo. ‘Als kleine bibliotheek met weinig personeel was het fijn dat onze bijdrage goed omlijnd was.’ Dezelfde echo horen we bij CO7 en De Klimrank. Dankzij de omkadering door een externe partner bleef de tijdsinvestering behapbaar. Maar het is niet alleen om die reden dat iedereen zo enthousiast is over de samenwerking met De Wonderlinge Woordenzee. Ook inhoudelijk had die echt een meerwaarde. ‘Dit kan je als leerkracht niet zelf doen,’ zegt Devos. ‘Bart en Tilde beschikken niet alleen over de technische bagage en de opnamestudio, ze zijn ook heel erg creatief. Van elk geluid weten ze perfect hoe je het kan nabootsen. Zo gebruikten ze krantenpapier en verdorde bladeren voor het ruisen van de wind. Het maakt dat het resultaat echt professioneel klinkt.’ Het trotse gevoel van haar leerlingen zal Devos dan ook nog lang bijblijven. ‘Ze waren echt fier om hun luisterverhaal te kunnen tonen aan de andere klassen. Voor de meesten van hen is lezen niet vanzelfsprekend. Dit gekund te hebben, gaf een boost aan hun zelfbeeld en zal zeker bijdragen aan hun leesmotivatie. Hun leesdrempels zijn dankzij dit project verkleind.’
“De leerlingen waren echt fier om hun luisterverhaal te kunnen tonen aan de andere klassen. Voor de meesten van hen is lezen niet vanzelfsprekend. Dit gekund te hebben, gaf een boost aan hun zelfbeeld en zal zeker bijdragen aan hun leesmotivatie. Hun leesdrempels zijn dankzij dit project verkleind.”
De Wonderlinge Woordenzee is alvast enthousiast om het project elders te herhalen. ‘Als er interesse is, kunnen wij de verzamelde kennis gerust delen,’ zegt Coorevits. ‘Het enige struikelblok is allicht de kostprijs per leerling. Een traject kost al snel €3000 terwijl maar een tiental leerlingen actief kunnen deelnemen. Net daarom is de ontsluiting van het verhaal via het toonmoment en via de QR-code zo belangrijk. Zo bereikten we veel meer kinderen. Maar ook dan is dit project enkel haalbaar als je net zoals ons gebruik kunt maken van subsidies.’
Kortom, met een externe partner als De Wonderlinge Woordenzee en met een relatief kleine tijdsinvestering kunnen scholen en bibliotheken met hun leerlingen zelf een luisterboek creëren. De laagdrempelige en enthousiasmerende aanpak van de experten en het professionele eindresultaat werken motiverend. Ook leerlingen voor wie lezen niet zo vlot gaat, krijgen zo een succeservaring.
TIPS voor leerkrachten om met kinderen een luisterverhaal te maken
- Schakel een externe partner in als De Wonderlinge Woordenzee. Een professioneel eindresultaat werkt immers motiverend. Een budgetvriendelijk alternatief is om opname- en montagemateriaal te ontlenen, maar dan moet je zelf over de technische kennis beschikken.
- Maak de groepen niet te groot. Een tiental kinderen is ideaal. Dat verhoogt de betrokkenheid en maakt dat iedereen die dat wil een stemmetje kan inspreken.
- Om de betrokkenheid hoog te houden, organiseer je deze activiteit als school best tijdens het schooljaar. In Ieper - waar men in zee ging met een zomerschool voor kinderen met leerproblemen - bleek dat moeilijker. Hier wist men op voorhand niet hoeveel kinderen zouden deelnemen aan de sessies. Uiteindelijk lag zowel tijdens de cocreatiesessies als voor het toonmoment de opkomst lager dan in de andere scholen.
- Organiseer een toonmoment in de bibliotheek. Zo zorg je mee voor toeleiding naar de bib. Pols ook bij bibliotheken in welke mate zij verder graag betrokken kunnen en willen zijn. De personeelsbezetting van kleine bibliotheken is vaak klein. Hun tijdsinvestering houd je best beperkt. Grote(re) bibliotheken kunnen misschien wel af en toe een personeelslid vrijmaken om zo een persoonlijke band op te bouwen met de leerlingen en de drempel naar een bibliotheekbezoek nog te verlagen.
- Stel het luisterboek beschikbaar via een QR-code die je in het leesboek kleeft. Dit kun je niet alleen doen in de schoolbib, maar kun je ook vragen in de gemeentelijke bibliotheek.
- Werk over de gemeentegrenzen heen samen met andere scholen en deel de eindresultaten met elkaar. Zo kun je niet alleen ervaringen uitwisselen, maar heb je meteen een reeks luisterverhalen.
Voor de realisatie van dit project deed CO7 beroep op subsidies voor leesbevordering van Literatuur Vlaanderen. Wil je met jouw organisatie ook een leesbevorderingsproject opzetten? Lees het reglement en de indienvoorwaarden. Je vindt er ook meer info over de samenwerking met Iedereen Leest.
Deel dit artikel: