Praktijk in de kijker: ‘Het verhaaluur’ van Kopergietery
Hoe kunnen we kinderen, jongeren en volwassenen meer, beter of anders toeleiden naar boeken? Hoe kunnen we wie weinig of niet in contact komt met verhalen laten proeven van leesplezier? In deze reeks zoomt Iedereen Leest in op leesbevorderingsinitiatieven die door hun zoekende en laagdrempelige karakter anderen kunnen inspireren. In deze eerste aflevering gaan we op bezoek bij het Gentse jeugdtheater Kopergietery.
door Katrien Elen
Het ligt niet voor de hand om als jeugdtheaterhuis, met focus op theater, dans en muziek, in te zetten op leesbevordering. Waarom zou je dat willen doen en hoe zorg je ervoor dat het meer is dan een éénmalige prik? Met ‘Het verhaaluur’ ging Kopergietery de uitdaging aan. Iedereen Leest ging een kijkje nemen en sprak met de initiatiefnemers.
Verhalen als toegangspoort
Het is gezellig in de foyer op de eerste verdieping van Kopergietery, het Gentse creatiehuis dat ieder jaar honderden schoolkinderen over de vloer krijgt voor haar podiumvoorstellingen. Omgeven door kinderboeken nestelen een kleine twintig leerlingen uit het buitengewoon onderwijs zich in de zithoek voor een auteurslezing van Laïla Koubaa rond Hoger dan de bergen dieper dan de zee. Dit kinderboek - met illustraties van Laura Janssens - vertelt het verhaal van Laïla’s vader die in Tunis opgroeide in pleeggezinnen en later van Tunesië naar België emigreerde. Met vragen als: ‘Wie reist er in de zomer ook naar zijn familie in het buitenland?’ of ‘Wie spreekt er meerdere talen?’ heeft Laïla de diverse groep leerlingen meteen mee. Ze vertelt haar verhaal op maat van het aanwezige publiek: zo legt ze rustig uit wat een gastarbeider is en wat de titel van haar boek betekent. Uit de vele spontane reacties blijkt dat het verhaal aansluit bij de leefwereld van de kinderen. Iemand deelt dat hij ook in een pleeggezin woont, anderen willen weten of Laïla moslim is. Het gesprek waaiert uit naar de redenen waarom mensen hun land verlaten en waar ze dan naar op zoek zijn. Heel organisch stuurt Laïla haar sessie richting thema’s als grenzeloze ouderliefde en thuiskomen. Of hoe een verhaal de toegangspoort vormt naar gesprekken die er toe doen.
(De tekst gaat verder onder de afbeelding.)
Normaal gesproken zou deze groep de voorstelling Shakira & Chikara bijwonen. Die productie vertelt het verhaal van de ontmoeting tussen twee mensen met een andere culturele rugzak, Shakira en Chikara. De bedoeling was dat Laïla de onderwerpen die in Shakira en Chikara aan bod komen, zou introduceren tijdens ‘Het Verhaaluur’ om zo verdiepend te werken rond de thematiek van de voorstelling. Omwille van de coronamaatregelen moest deze voorstelling worden afgelast. Maar Laïla heeft nog een opdracht mee voor in de klas. Ze schreef de namen van de kinderen neer in het Arabisch en voorzag materiaal om daar achteraf een sleutelhanger mee te maken. ‘Zo kunnen jullie terugdenken aan de gemeenschappelijke droom van dit verhaal: een eigen thuis vinden,’ besluit Laïla.
Meer impact
Met ‘Het verhaaluur’ wil Kopergietery verhalen koppelen aan theatervoorstellingen voor scholen om zo de link tussen de verschillende kunstdisciplines te versterken en leesbevordering steviger te verankeren in haar werking. Zo zou niet alleen de voorstelling Shakira & Chikara worden voorafgegaan door een voorleessessie, maar ook met de voorstellingen Bambiraptor, Le dîner en plasticBERTRAND werd er een interactieve verhalenworkshop gematcht. Telkens is er een inhoudelijke en/of vormelijke link. Marie Van der Poorten van Kopergietery: ‘Het idee daarachter is dat de voorstelling en de thema’s die daarin aan bod komen dieper zouden inwerken bij de leerlingen. Zo is Bambiraptor een voorstelling over de fantasiewereld van kinderen. Tijdens de verhalenworkshop vooraf worden de kinderen geprikkeld om zelf verhalen te verzinnen. Op die manier leggen de kinderen links en denken ze op verschillende manieren na over het thema.’
Dit project past daardoor in de reguliere publiekswerking van Kopergietery. Ook bij andere voorstellingen voorziet het kinderkunstencentrum immers een voorbereidend pakket voor leerkrachten om zo de impact van een voorstelling te vergroten. Ilja Van Autreve van Kopergietery: ‘Op ons online platform Kiosk geven we niet alleen thematische info over de voorstelling, maar laten we de leerlingen via beeldmateriaal al kennismaken met de acteurs en geven we een introductie tot theatercodes, zoals “Mag je popcorn eten in het theater?”. Ook bieden we per voorstelling leestips aan voor leerkrachten om aan de slag te gaan met boeken in de klas. Met "Het verhaaluur" geven we die introductie op een voorstelling ook, maar dan via live verhalen die de verbeelding moeten stimuleren én het leesplezier verhogen.’
Voorleessessie en verhalenworkshop
‘Het verhaaluur’ wordt op twee verschillende manieren ingevuld. Enerzijds zijn er de klassieke voorleessessies – zoals die van Laïla Koubaa bij Shakira en Chikara. Daarnaast zijn er verhalenworkshops zoals bij Bambiraptor. Deze worden begeleid door drie jonge theatermakers: Anna Carlier, Freek De Craecker, Ramon Mahieu. Ilja: ‘Wij geven graag kansen aan jonge kunstenaars. Veel van die jeugdige makers komen uit onze eigen atelierwerking. Bij ons krijgen ze een platform om een eigen voorstelling te creëren, nadien stromen ze vaak door naar het reguliere theatercircuit, hier of elders. Anna, Freek en Ramon hadden zin om te werken met kinderen. Wij gaven hen de vrijheid om een workshop te ontwikkelen, maar fungeerden vanuit onze expertise wel als klankbord.’
In die workshops kunnen de leerlingen via mediatafels – twee grote touchscreen tafels - simultaan het vervolg van een verhaal tekenen, een vertaling raadplegen in de thuistaal of verhalen verzinnen aan de hand van kernwoorden of illustraties. Digital storytelling op maat van het kind dus. ‘Tijdens die interactieve workshops ligt de focus meer op creatief omgaan met taal dan bij de voorleessessies,’ zegt Marie nog. ‘Daarbij stimuleren we de leerlingen om zich artistiek te ontplooien. We hebben wel gemerkt dat dit in de huidige vorm niet ideaal was voor klassen met veel anderstaligen. Daar moeten we in de toekomst nog beter op inspelen.’ Ilja: ‘Voor die doelgroep moeten we die workshops rustiger opbouwen. Nu hadden we bijvoorbeeld gepland om eerst te focussen op taal en pas dan op beeld. Via een oefening rond free writing moesten de leerlingen eerst associatief woorden opschrijven en dan illustreren. Op die eerste stap blokkeerden sommige leerlingen. In de toekomst zou het beter werken als de workshopbegeleider een tekst met absurde woorden voorleest waarbij de leerlingen beelden mogen bedenken.’
Twee keer naar het theater
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat ‘Het verhaaluur’ net voor de voorstelling (zie afbeelding) zou plaatsvinden, als een inspirerende invulling van de wachttijd in de foyer. ‘Zo hadden we dat ook neergepend in ons aanvraagdossier voor subsidies voor leesbevordering bij Literatuur Vlaanderen. Iedereen Leest en Brede school (het samenwerkingsverband tussen buurtscholen en wijkpartners, red.) die ons ondersteunden in de startfase van het project, gaven ons de tip om de twee van elkaar los te koppelen,’ zegt Marie. ‘Een workshop van een uur en een voorstelling van anderhalf uur zouden te veel concentratie vergen van de leerlingen.’ Lagere scholen zakken dus twee maal af naar het theater. Dat bleek geen drempel. ‘We bereiken voornamelijk Gentse lagere scholen uit de buurt,’ aldus Marie. ‘Voor hen is de verplaatsing geen probleem. Als leerlingen hier op korte tijd twee keer over de vloer komen, heeft dat ook voordelen. Ze herkennen de plek, wat zorgt voor vertrouwen en een gevoel van geborgenheid. Er is bovendien ook meer tijd voor de verwerking. En als het praktisch moeilijk ligt, komt de auteur of begeleider van de verhalenworkshop gewoon naar school.’ ‘Al proberen we dat te vermijden,’ vult Ilja aan. ‘Natuurlijk zijn we creatief genoeg om ‘Het Verhaaluur’ aan te passen aan een schoolomgeving, maar door de grote poort van het theater naar binnen stappen, werkt toch beter voor de verbeelding dan in de theaterzaal van de school zeggen: “En dit is nu theater.”’
Alle scholen uit de buurt
Om net die scholen te bereiken waar de nood aan leesbevordering het hoogst is, werkt Kopergietery samen met Brede School in Gent. Zij hebben een duidelijk zicht op de noden van specifieke klassen en wijken en richtten in 2021 een werkgroep leesbevordering op waar ook Kopergietery deel van uitmaakt. Ilja: ‘Sowieso zitten we met Kopergietery in een multiculturele buurt: de wijk Sluizeken Tolhuis Ham. Maar we hebben er samen met Brede School echt op ingezet om alle scholen binnen een straal van tien minuten wandelen aan te spreken: van een heel divers schooltje in een Turkse wijk tot een Freinetschool waar de leerlingen al wat meer ervaring hebben met dit soort activiteiten. Bij scholen waar de noden groter zijn – bijvoorbeeld omwille van taalachterstand – voorzien we extra begeleiders.’ ‘Het Verhaaluur’ is er dus voor alle scholen. Wel raadt Marie aan om maximaal één klas per keer uit te nodigen. ‘We streven naar veel interactie. Dat krijg je niet als de groep te groot is.’
Voor Kopergietery is het koppelen van verhalenworkshops of voorleessessies aan een voorstelling alvast voor herhaling vatbaar. Ook in de toekomst zullen ze verder gaan met ‘Het verhaaluur’ om zo de lees- en theaterervaringen van hun jonge publiek te verdiepen en te omkaderen. En om jongeren de kans te geven zich via verhalen creatief te ontplooien en te laten ervaren dat lezen en taal heel erg fijn kunnen zijn. Via deze interactieve sessies boordevol spel- en voorleesplezier hoopt Kopergietery bovendien om leesbevordering verder te verankeren in haar werking.
Voor de realisatie van dit project deed Kopergietery beroep op subsidies voor leesbevordering van Literatuur Vlaanderen. Wil je met jouw organisatie ook een leesbevorderingsproject opzetten? Lees het reglement en de indienvoorwaarden. Je vindt er ook meer info over de samenwerking met Iedereen Leest.
Deel dit artikel: