De voorleesboekenkast van Jonas Winterland
In de reeks ‘De voorleesboekenkast’ gaan we op bezoek bij enthousiaste voorlezers en hun kinderen. Wat zijn hun favoriete voorleesboeken? Hoe ziet hun voorleesritueel eruit? In deze aflevering duiken wij in de voorleesboekenkast van singer-songwriter Jonas Winterland en zijn zoon Wannes (10) en dochter Lisa (9).
Door Katrien Elen
‘Mijn vrouw Veerle en ik zijn allebei germanist. Voor ons is het vanzelfsprekend dat ook Lisa en Wannes erg geïnteresseerd zijn in boeken. We zijn vroeg begonnen met voorlezen, eerst met prentenboeken, later met echte voorleesboeken en hoewel ze ondertussen zelf kunnen lezen en dat ook graag doen, lezen we nog altijd voor. In ons gezin is het voorleesritueel een moment van bonding, een gelegenheid om met zijn drie, of vier als mijn vrouw erbij komt, nog even samen te zitten. De kinderen zullen dan ook nooit “nee” zeggen als ik voorstel om samen te lezen. Meestal is het iets wat we doen voor ze gaan slapen, maar het gebeurt ook dat we op een grijze dag, als het niet aanlokkelijk is om naar buiten te gaan, samen een uur in een boek duiken.’
‘Recent zijn we tijdens die voorleesmomenten stripverhalen beginnen te lezen, een gewoonte die ik van mijn moeder heb. Zij las niet zo vaak voor, maar stripalbums deed ze wel. Wij doen dat nu ook. We nemen dan elk de tekstballonnetjes van een of meerdere personages en spelen met stemmetjes. Eerst hebben we een paar albums van Suske en Wiske gelezen, ondertussen zijn we verslingerd aan Hilda, een magisch-realistische reeks van Luke Pearson, over een natuurkind dat van het dorp naar de stad verhuist. Daar lopen trollen en andere geheimzinnige wezens rond waarmee alleen Hilda kan communiceren. We vinden de reeks alle vier heel mooi. Dat is wel bijzonder, want de smaak van Wannes en Lisa loopt wat uiteen. Het maakt dat samen Hilda lezen een leuke gezinsactiviteit is. Ook de Netflix-serie hebben we samen bekeken.’
Met Goodreads naar de bib
‘Mijn vrouw gaat om de twee weken naar de bibliotheek en brengt dan een grote tas vol boeken mee. Daar kunnen de kinderen naar hartenlust uit kiezen. Vroeger gingen we samen met hen naar de bibliotheek, maar daar zijn we van teruggekomen. Veel te vaak kwamen we thuis met boeken waarvan we al op voorhand wisten dat de kinderen ze niet zouden lezen. Nu maakt Veerle de eerste selectie. Inspiratie vindt ze op Goodreads. Daar houdt ze niet alleen bij wat de kinderen graag hebben gelezen maar ook tips van andere ouders zet ze op het leeslijstje.’
‘Kinderboeken kopen doen we maar weinig, behalve als een boek meteen een hit is en we denken dat het fijn zal zijn om het later te herlezen. Maar al bij al is dat vrij beperkt. De nood is er niet, in Merchtem hebben we een bib met een fantastisch aanbod. Ik vind het ook milieuvriendelijker om naar de bib te gaan, zeker voor kinderboeken. Net als alle kinderen lezen Wannes en Lisa in fases. Het ene moment zijn ze heel erg geïnteresseerd in iets en daarna totaal niet meer. Je kunt het dus niet allemaal kopen.’
Magie in stand houden
‘Wannes heeft, net als ik, een zwak voor fantasy-verhalen, zeker als ze gaan over kinderen die weet hebben van iets magisch, waarvan de volwassenen nog niet op de hoogte zijn. De jongen die draken kweekte van Andy Shepherd vonden we allebei heel mooi. In dit eerste deel van een reeks vindt een jongen bij zijn opa een plant waaraan drakenfruit groeit. Daar komt een klein draakje uit dat hij moet verstoppen voor de volwassenen. Voor Wannes is het een ongelooflijk verhaal omdat het in realiteit ook zou kunnen. Voor hem zit er echt een magisch kantje aan de wereld.’
‘De optie dat er in de realiteit ook magie zit, wil ik voor mijn kinderen zo lang mogelijk openhouden. Ik wil de behoeder zijn van hun fantasie en vertoef zelf heel graag in een fantasiewereld. Als ze mij vragen wat mijn grootste kwaliteit is, mijn muzikaliteit of mijn tekstschrijven, dan luidt het antwoord: dat ik dingen kan verzinnen die ervoor nog niet bestonden. Fantasie vind ik superbelangrijk en lezen is dé manier om die te prikkelen, veel meer dan een serie kijken. Als je geen beelden krijgt, moet je een verhaal vormgeven in je hoofd. Toen ik zelf dikkere boeken begon te lezen en de eerste keren naar een verfilming ging kijken, schrok ik heel erg. “Maar nee, die ziet er niet zo uit”, dacht ik.’
Rolmodel gevraagd
‘Bij Lisa lag het enthousiasme om zelf te lezen in het begin wat moeilijker, totdat we begrepen wat de reden was. Heel vaak kreeg ze boeken voorgeschoteld met meisjes in de rol van prinses of met zo’n brave Tiny. Dat stootte haar af. Als er in een boek een ondernemend en avontuurlijk meisjespersonage zit, dan kun je haar veel gemakkelijker binnentrekken in een verhaal. Lisa zoekt rolmodellen waar ze zich mee kan identificeren of waarnaar ze kan opkijken. Zo herinner ik me dat ik haar eens goedenacht ging wensen en ze net het eerste verhaaltje in Bedtijdverhalen voor rebelse meisjes van Elena Favilli had gelezen. “Papa”, zei ze, met een stem vol verwondering, “Wist je dat een meisje een belangrijke rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van de computer?” Al ligt de boodschap er wat dik op, ik vind het fantastisch dat het boek werkt zoals het bedoeld is.’
“Lisa zoekt rolmodellen waarnaar ze kan opkijken. Boeken met meisjes in de rol van prinses of met zo’n brave Tiny stootten haar af. Als er in een boek een ondernemend en avontuurlijk meisjespersonage zit, dan kun je haar veel gemakkelijker binnentrekken in een verhaal.”
Geen spin-offs
‘De kinderen mogen alles lezen, maar wat we niet stimuleren, zijn verhalen waar ze ‘s nachts over zouden kunnen dromen. Vooral mijn zoon, maar ook mijn dochter hebben een levendige fantasie. We springen dus behoedzaam om met boeken die te griezelig zijn. Verder ben ik allergisch aan boeken die een spin-off zijn van een televisieprogramma. Vaak zijn die bedroevend van niveau. Gelukkig zijn onze kinderen daar weinig in geïnteresseerd.’
‘Toen we begonnen met stripverhalen, hebben we ook een paar albums van Jommeke geprobeerd die nog bij mijn ouders lagen. Ik had daar mooie herinneringen aan, maar die verhalen blijken als je ze vandaag leest heel vrouwonvriendelijk. Als de moeder van Jommeke weer eens de afwas stond te doen, dan zag ik mijn dochter kijken. Dat lezen we niet meer voor.’
Jeugdnostalgie
‘Zelf heb ik altijd veel gelezen. Ik kom me als kind zo verliezen in een boek dat mijn ouders dachten dat ik slecht hoorde. Als ik aan het lezen was, antwoordde ik gewoonweg niet als ze me iets vroegen. Wannes heeft dat ook, hij kan helemaal opgaan in een verhaal. De eerste boeken die wij voorlazen waren de klassiekers waarmee mijn vrouw en ik zelf zijn opgegroeid, Pluk en de Pettenflet, bijvoorbeeld, of Jip en Janneke. Die deden het nog altijd goed, alleen zijn ze soms wat gedateerd. Dat een telefoon vroeger aan een draad hing en de was werd gedaan in een wastobbe in plaats van in een wasmachine, moesten we uitleggen.’
‘Vandaag lees ik nog altijd veel. Om de twee weken zien de kinderen me wel met een nieuw boek. Dat zien doet veel, denk ik. Ze imiteren gewoon die handeling. Ook als jonge vader heb ik geen leesdip gehad. Integendeel zelfs. Toen de kinderen niet doorsliepen, lag ik tijdens die wakkere nachten vaak te lezen. Het heeft ook te maken met mijn job. Ik verkoop aan mezelf dat lezen mijn fantasie voedt en deel is van mijn werk. Ik onderstreep veel en houd die citaten bij in tekstdocumenten op mijn laptop. Je weet nooit wanneer het inspiratie oplevert.’
Leesplezier
‘Mochten mijn kinderen niet graag hebben gelezen, dan had me dat verdriet gedaan. Ik vind het leuk dat we dezelfde voorkeuren hebben. Zo zijn mijn kinderen allesbehalve slecht in rekenen, maar ze vinden het, net als ik vroeger, niet zo tof als taal en lezen. De overgang naar het eerste leerjaar was wel even moeilijk qua leesplezier. In het eerste leerjaar krijgen kinderen elke dag verplichte lectuur. Mijn zoon die al goed kon lezen, vond die boekjes voor beginnende lezers helemaal niet leuk. Hij zag het nut niet en begon een afkeer van lezen te krijgen. Op het oudercontact heb ik dat besproken. Als hij thuis vanzelf al genoeg las, hoefde hij ook van de juf die beginnersboekjes niet te lezen. Met Lisa hebben we nooit aan verplicht lezen gedaan. Zij had in de derde kleuterklas samen met haar broer leren lezen. Het had alleen maar gezorgd voor verveling. Nu zorgt mijn vrouw ervoor dat er altijd voldoende boekjes in huis zijn die zijn aangepast aan hun leesniveau.’
VOORLEESBOEKENTIPS
- Waar is het zuiden? van Patrick McDonnell: ‘Een ontroerend prentenboek zonder tekst over een vogeltje dat zijn groep kwijt raakt als die naar het zuiden vliegt. In de wondermooie tekeningen staat geen lijn te veel. De beelden staan nog op mijn netvlies gebrand.’
- Oink! van Geert de Kockere: ‘Dit leesboek over elektrische toestellen die in opstand komen, met veel klanknabootsingen à la Paul van Ostaijen, was bij ons lange tijd dé favoriet. Mijn kinderen hebben een maand lang alleen maar van oinkeloinketoink tegen elkaar gepraat. Ik raad het iedereen aan en heb het ook al een paar keer cadeau gedaan.’
- De NEEhoorn van Marc-Uwe Kling: ‘Geen typisch meisjesachtig boek over een eenhoorn, maar een verhaal met veel humor. Lisa vond het geweldig. Wij allemaal trouwens. Nog regelmatig vragen de kinderen om het te herlezen. Ze weten gewoon dat ze zullen lachen.’
- Sep en Saar-reeks van Isabelle Gielen: ‘Een reeks over Sep en Saar, een jongen en een meisje van de leeftijd van mijn kinderen. Dat spreekt aan! Leuk aan dit boek is dat het samen lezen institutionaliseert. Sommige stukken zijn bedoeld voor volwassenen, andere voor het kind om voor te lezen.’
REEKS: De voorleesboekenkast
In de reeks 'De voorleesboekenkast' gaan we op bezoek bij enthousiaste voorlezers en hun kinderen. Wat zijn hun favoriete voorleesboeken? Hoe ziet hun voorleesritueel eruit?