Een eerste terugblik op Voorleesweek
Van 20 tot 28 november riep Iedereen Leest jong en oud op om iedere dag (minstens) een kwartier voor te lezen. Ondertussen is Voorleesweek 2021 achter de rug. Het was - ondanks de kwakkelende coronacijfers - weer een groot succes. Wij gingen langs op scholen, in kinderdagverblijven en in bibliotheken om te kijken hoe hun Voorleesweek 2021 eruit zag.
Knuffelslaapfeest in de bib
Wat is hét voorleesmoment bij uitstek? Net voor bedtijd. Om die reden trapt de bibliotheek van Lochristi de Voorleesweek ieder jaar af met een knuffelslaapfeest. Na sluitingsuur op vrijdag nodigt de bib peuters, kleuters en lagereschoolkinderen samen met hun knuffels uit voor een voorleesuurtje. In drie leeftijdsgroepen lezen vrijwilligers tijdens dat uurtje voor. Tegelijk stoppen de kinderen hun knuffels in bed en nemen ze rustig afscheid van hen. De volgende ochtend kunnen de kinderen hun knuffel weer oppikken en aan de hand van een fotoreportage zien wat hun knuffels ‘s nachts allemaal hebben uitgespookt. Heeft hun knuffel een boekje gelezen, hing hij in de planten of was hij zelfs even vermist?
Bibliotheekmedewerker Madelief Van Den Steen: ‘De kinderen vinden het geweldig om hun knuffel te herkennen in die foto’s. Het hoeft trouwens helemaal niet zo spectaculair te zijn. Het eerste jaar hadden we de knuffels parachutes gegeven. Toen zijn we onszelf een beetje verloren in het werk. Nu maken we vooraf een lijstje van de foto’s die we willen nemen, of we werken met een kort scenario.’ De weken nadien blijft het knuffelslaapfeest vaak nog even nazinderen. ‘Soms hoor ik achteraf kinderen in de bib die zeggen “Dit is de plek waar mijn knuffel heeft geslapen”,’ zegt Madelief. ‘Kinderen gaan de bib zo interessanter vinden.’
Dat dit initiatief zo aanslaat bij de kinderen uit Lochristi, heeft volgens Madelief een paar redenen. In de eerste plaats is er natuurlijk het concept: ‘We creëren altijd een heel mysterie rond het knuffelslaapfeest. Vooraf weten de kinderen niet wat er zal gebeuren maar natuurlijk gaan er al verhalen rond van de vorige edities. Dat intrigeert hen.’ Praktisch is dat de bib voldoende vrijwilligers voorziet zodat alle leeftijdsgroepen op hetzelfde moment bediend worden: ‘Handig voor ouders met kinderen van verschillende leeftijden.’ Ook houden ze de groepjes bewust klein: ‘Zo blijft het persoonlijk. De eerste keer dat we een knuffelslaapfeest organiseerden, pakten we het groots aan met een collectief afscheids- en oppikmoment, maar het werkt beter als we het intiem houden en focussen op het slaapritueel. De kinderen moeten achteraf zelf naar bed. Zo gaan ze veel rustiger naar huis. Een knuffel is voor veel kinderen bovendien heel persoonlijk. Dat moet je goed begeleiden. Daarom vragen we ook aan de ouders om aanwezig te blijven in de bib.’
Op voorleesstage bij de kleuters
Hoe doe je dat eigenlijk voorlezen aan kleuters? Voor de leerlingen van het derde middelbaar in de nieuwe richting ‘maatschappij en welzijn’ in Stamina Brugge is het verplichte leerstof. Marijn Vos, hun leraar pedagogie, vertelt’: ‘Tijdens mijn lessen heb ik het over de (taal)ontwikkeling van het kind en het belang van een taalrijke omgeving voor de ontwikkeling van kinderen. De bedoeling is om die theorie ook in de praktijk te brengen in een levensechte context.’ Voorleesweek bleek voor Marijn daartoe de ideale gelegenheid. ‘Dankzij de verhuis van onze school naar een grotere campus, zit er nu een kleuterschool op het terrein. Daar trokken we dit schooljaar al een paar keer naar toe, telkens met een ander leerdoel. Zo gingen we de algemene ontwikkeling van de kleuters al een paar keer bestuderen. Hieruit ontstond het plan om tijdens Voorleesweek in de kleuterklassen te gaan voorlezen.’
Ter voorbereiding trok Marijn met de klas naar de bib. Daar leerde hij zijn leerlingen hoe ze geschikte boekjes voor de verschillende kleuterklassen kunnen vinden. Daarna werd het voorlezen ingeoefend in de klas. ‘Ik moest mijn leerlingen er regelmatig op wijzen om zeker traag genoeg te lezen,’ zegt Marijn. ‘Ook dat ze zich niet voor honderd procent aan de tekst moesten houden en hoe ze voor interactie konden zorgen, kwam aan bod.’ Tijdens Voorleesweek trokken de 12 leerlingen van Marijn drie keer naar de kleuterschool, telkens naar een andere klas: ‘Met onze bende namen we iedere keer hele klas over’. Met een doorschuifsysteem lazen zijn leerlingen individueel voor aan twee kleuters per keer: ‘Zo was de drempel laag genoeg, kregen de kleuters een hele reeks verhaaltjes te horen en was er veel ruimte voor interactie.’
Voorleesweek in het leesplan
Voorleesweek mag geen eenmalig iets zijn, vinden ze op basisschool De Muze in Gent. Voorleesweek kadert er dan ook in het ambitieuze leesbeleid dat twee jaar geleden in werking trad. Aan alles merk je sindsdien dat lezen en voorlezen leeft in De Muze. Zo is de school verfraaid met kleurrijke letters, staat er een gezellige leestent in de schoolbib, hangen er overal affiches van nieuwe boeken en is er tijdens de speeltijden of voor schooltijd ruimte om een boek te lezen in plaats van pakweg te gaan voetballen. Leraar Didier Thienpont van het zesde leerjaar: ‘We hopen het resultaat daarvan binnenkort te zien in onze AVI-testen. Die kunnen beter. Maar in de eerste plaats willen we het leesplezier verhogen. Ik ben er zeker van dat het technisch en begrijpend lezen wel zal volgen als de leerlingen meer en liever gaan lezen.’
Tijdens Voorleesweek gaven ze het leesbeleid op school nieuwe zuurstof: ‘Doorgaans houden we iedere donderdag tussen 8.30 en 9.00u een vrij leesmoment. Leerlingen kunnen dan een gezellig plekje zoeken en zich daar installeren met een boek. Tijdens Voorleesweek doopten we dat moment om tot voorleesmoment. Verspreid over de hele school lazen oudere leerlingen voor aan de jongsten.’ Daarnaast mochten de leerlingen van Didier van het zesde per drie gaan voorlezen in de andere klassen. Ze kozen zelf een boekje uit, toetsten dat af bij de leerkrachten van de lagere klassen en dachten na over hoe ze dit gingen brengen. Sommigen gingen verkleed, anderen beelden het verhaal uit. Tot slot vroeg Didier aan zijn leerlingen om een boek mee te brengen waarin ze thuis aan het lezen waren. Voor die boeken trok hij dagelijks tot twee lesuren uit. Bedoeling was om zo hun klasgenoten zo warm te maken voor hun boek.
Voorleesweek was dus geen eenmalige prik op De Muze, maar het gaf wel een extra boost. ‘Ook voor mij,’ zegt Didier: ‘Normaal lees ik niet voor in mijn klas. Ik dacht dat mijn zesdejaars daar te oud voor waren. Afgelopen week deed ik het toch. Ik merkte aan hun lichaamstaal dat ze ervan genoten. Ik vond het zo sfeervol dat ik plan om er mee verder te doen.’
Hybride voorleesweek
Met ouders en grootouders én coronaproof, dat was het doel van Voorleesweek in Basisschool Ursulinen Mechelen. De ouderraad van de school trok er dit jaar het initiatief samen met de leerkrachten. Noortje Penninckx, voorzitter van de ouderraad: ‘Voorleesweek is één van de leukste activiteiten van de ouderraad - het is niet zo’n typische ‘het moet geld in het laatje brengen’ activiteit.’
Traditioneel komen ouders en grootouders tijdens deze week voorlezen op school. In 2020 kon dat niet, dus gingen ze digitaal. De ouderraad maakte een promofilmpje en vroeg aan ouders en grootouders om hetzelfde te doen. Noortje: ‘Eigenlijk hadden die filmpjes verrassend veel voordelen. We bereikten ouders die anders niet de mogelijkheid hebben om tijdens de schooluren te komen voorlezen. Velen van hen hadden echt hun werk gemaakt van die filmpjes, met poppenkastpoppen of prenten. Een bijkomend voordeel was dat de filmpjes ook later nog konden dienen. De filmpjes staan immers goed geïnventariseerd - met leeftijds- en naamtags - verzameld op Google Drive. Zeker op moeilijke momenten, wanneer er bijvoorbeeld een leerkracht uitviel, was dat dankbaar materiaal.’
Dit schooljaar werd de bib met voorleesfilmpjes verder aangevuld, maar Basisschool Ursulinen wilde tegelijk de ouders ook opnieuw uitnodigen op school. Dat leidde tot maar liefst zeventig voorleessessies: in openlucht en met een mondmasker. Noortje: ‘Al zijn die filmpjes tof, toch hoorde ik van veel ouders hoezeer ze hebben genoten van de interactie met de kinderen. De mensen hadden dat gemist.’ Wat Noortje ook opviel was dat veel ouders persoonlijke accenten legden in hun voorleessessie. ‘Sommige ouders lazen voor in hun moedertaal. Tussendoor vertaalden ze zelf het verhaal, of kregen ze hulp van de juf. Soms hielpen hun eigen kinderen zelfs bij de vertaling. Een heel fijne manier om vertrouwd te raken met andere talen. Andere ouders probeerden dan weer om een boodschap mee te geven via een verhaal. Zelf heb ik bijvoorbeeld voorgelezen uit De leeuw in de muis van Rachel Bright - over een kleine muis die veel stoerder is dan de leeuw. Dat vond ik wel toepasselijk in deze tijden.’
Als de maatregelen het volgend jaar toelaten, zou Noortje liefst weer zoveel mogelijk ouders en grootouders zien op school: ‘Al zal het hybride karakter vermoedelijk blijven. Voor sommige ouders werkt dat drempelverlagend. Maar als je genoeg mogelijkheden aanbiedt, dan kunnen de meeste ouders wel een moment vinden om toch naar school te komen hoor.’
Volgende week volgt een tweede terugblik op Voorleesweek met andere praktijkverslagen.
Lees ook
Deel dit artikel: