Getipt: een lofzang op de bibliotheek
Toen de Roemeense Mira Feticu naar Nederland trok, belandde ze via een taalstage in de openbare bibliotheek van Den Haag. Daar zou ze haast tien jaar werken. Vanuit die ervaring houdt ze in Geheugen, geschiedenis, beschaving een lofzang op de bibliotheek. Ze roept ook op om het boek weer centraal te plaatsen in de bib.
Veel boeken, websites en blogs brengen informatie over lezen en leesbevordering. Medewerkers van Iedereen Leest tippen in de reeks ‘Getipt’ interessante vakliteratuur en online referenties. Een reeks vol food for thought. Dit boek kan je ook raadplegen in de vakbibliotheek van Iedereen Leest.
‘Een bibliotheek kan niet bestaan zonder de bibliothecaris, ook al willen de beleidsmakers van tegenwoordig ons doen geloven dat dat wél zou kunnen.’
Daarmee zet Mira Feticu redelijk snel de toon in haar herwaardering van de bibliotheekprofessional. Ze helpen niet alleen boeken te vinden voor bezoekers, meent de auteur, ze zijn hulpverleners. In een tweede adem onderstreept ze het belang van de bibliotheek zelf. Veel bibliotheken zijn immers het soms nog enige fysieke aanspreek- of ontmoetingspunt in tijden waar gemeentes inzetten op digitale loketten. Heb je een bepaald attest nodig? Wil je een sollicitatiebrief printen of iets opzoeken op internet? Veel burgers vertrouwen hiervoor op de bibliotheek. ‘De wc is ook heel belangrijk in een bibliotheek,’ liet Feticu deze week nog optekenen in Knack.
Bijenkorf
Toch mogen we de kerntaken van een bibliotheek niet vergeten, meent Feticu. De bib is immers een actieve bijenkorf waar boeken in en uit de rekken gaan en met andere bibliotheken worden uitgewisseld, waar collecties worden aangevuld, waar er wordt nagedacht over de rol van dekolonisatie en woke, waar literaire evenementen en lezingen worden georganiseerd, waar acties en campagnes gevoerd worden voor zowel baby’s als ouderen, waar leerkrachten op maat informatie krijgen, en ga zo maar door. In die bijenkorf zit een professioneel team van bibmedewerkers om alles te verwezenlijken.
Aan de balie van een bibliotheek en in de boekenrekken zoeken veel bibliotheekbezoekers antwoorden of een houvast. De hulp die een bibliotheek en haar medewerkers bieden, kan hierin niet onderschat worden, aldus Feticu.
‘De meeste mensen kennen de SISO-code van gezondheid en lopen daar direct naartoe. […] Soms kwamen ze bij de balie en vroegen met een droge stem om boeken over kanker. Op een emotieloze toon. Je kijkt drie seconden langer naar zo’n klant en wil hem drie keer harder helpen.’
Er zijn ook veel bezoekers die geen boek komen lenen, maar behoefte hebben aan een kleine conversatie. ‘De bibliotheek is een perfect wezen, dat zowel kennis als steun verleent. De bibliotheek is een organisatie met mensen voor mensen.’
Transitie
Maar de bibliotheek is al jaren in transitie. Filialen worden gesloten in onder meer buurten met grotere kansarmoede. Nochtans is de nabijheid van een (wijk)bibliotheek erg belangrijk, het zorgt ervoor dat boeken en verhalen toegankelijk blijven voor iedereen. Daarnaast worden vandaag in Nederland soms andere competenties belangrijker geacht in een bibliotheekteam – Feticu getuigt van meerdere ontmoetingen met bibliotheekmanagers die er prat op gingen niet te lezen. Of die gelijkenis opgaat voor Vlaamse en Brusselse bibliotheken houden we even in het midden. Al zijn er wel voorbeelden van bibliotheken die niet meer geleid worden door bibliothecarissen, maar door diensthoofden cultuur.
“Als alles is gedigitaliseerd en evengoed van thuis uit kan worden geraadpleegd, wat voor ontmoetingsplek kan de bibliotheek dan nog zijn?”
Net door die tendens is er minder aandacht voor ‘medewerkers die boeken inademen’, zoals Feticu het verwoordt. Kennis over het boekenaanbod is een vaardigheid die op de achtergrond dreigt te komen. Collecties worden al decennialang alsmaar kleiner, aldus Feticu, of een deel wordt enkel digitaal ontsloten. Dat boeken afgeschreven en collecties anders ingevuld worden vindt ze geen probleem. Maar er schuilt een gevaar in titels afvoeren omdat ze niet gelezen worden. De bib bezit net een kracht om mensen te verleiden naar andere verhalen dan de bestsellers. Daarbij spelen fysieke boeken ook een cruciale rol. ‘Als alles is gedigitaliseerd en evengoed van thuis uit kan worden geraadpleegd, wat voor ontmoetingsplek kan de bibliotheek dan nog zijn?’
Druk
Wie Geheugen, geschiedenis, beschaving leest – de titel klinkt gewichtig maar de 117 bladzijden lezen als een snelheidstrein – zou kunnen denken dat het lot van de openbare bibliotheken bezegeld is. Misschien klinkt Feticu’s pleidooi net daarom zo vurig, en is het een kleinood in tijden waarin de openbare bibliotheek onder druk staat. Hoewel het aantal lidmaatschappen of ontleningen in dalende trend zijn de voorbije jaren, is een bib als voorziening nodig en zal dat blijven. Als er dan op beleidsniveau – lokaal of bovenlokaal – wordt geïnvesteerd in de bibliotheek, dan maakt Feticu’s boekenhart duidelijk een sprongetje:
‘Hoeveel kansen krijgen we niet van boeken? De kans om te groeien. De kans om je leven te veranderen. De kans om gelukkig te worden.’
(De tekst gaat verder onder de afbeelding.)
Schoonheid voor iedereen
Feticu leverde met Geheugen, geschiedenis, beschaving een persoonlijk manifest af waarmee ze vol vuur spreekt over boeken, lezen, bibliotheken en bibmedewerkers. Hoewel ze een eerder pessimistische kijk op het bibliotheeklandschap van vandaag schetst, en nogal kort voorbijgaat aan de goede praktijkvoorbeelden van bibliotheken, zet haar verhaal aan tot nadenken. En er zit schoonheid en ontroering in de eerlijke getuigenissen uit haar bibliotheekcarrière. Ze pent krachtige passages neer die menig lezer zal omarmen, zoals deze:
‘Niet de bibliotheek heeft de maatschappij nodig, maar de maatschappij de bibliotheek.’
Of deze:
‘In een bibliotheek voel ik me als in het bos. Ik voel hoe klein ik ben en hoeveel hoop en schoonheid er is voor iedereen.’
En zo kunnen we nog even doorgaan. Nog eentje, als afsluiter:
‘Ik ben al mijn vrienden dankbaar voor hun adviezen, en sommige had ik op de bewuste momenten ook echt hard nodig, maar uiteindelijk keer ik altijd terug naar de boeken.’
Deel dit artikel: