De voorleesboekenkast van Robin Keyaert

In de reeks ‘De voorleesboekenkast’ gaan we op bezoek bij enthousiaste voorlezers en hun kinderen. Wat zijn hun favoriete voorleesboeken? Hoe ziet hun voorleesritueel eruit? In deze aflevering duiken wij in de voorleesboekenkast van radiopresentator Robin Keyaert en zijn dochter Ruby van 2,5 jaar.

door Katrien Elen
©Michiel Devijver en Iedereen Leest
“Met mijn moeder (Ingeborg Sergeant, red.) ben ik rond mijn zevende begonnen om samen alle Harry Potter-boeken te lezen. Eerst las zij voor, later wisselden we af. Bij boek zes of zeven was ik eigenlijk te oud om dat nog samen met haar te doen, maar omdat we zo gehecht waren aan die gewoonte, zijn we verder gegaan.”

‘We zijn nog voor Ruby’s eerste verjaardag begonnen met voorlezen. Toen waren dat van die stoffen boekjes met velcro en spiegeltjes, sindsdien wordt het alleen maar leuker. Vaststellen dat Ruby de verhalen snapt en dat een boekje meer is dan een ezel of een beer aanwijzen, is echt bijzonder. Tegelijk kijk ik nu al uit naar de toekomst. Met mijn moeder (Ingeborg Sergeant, red.) ben ik rond mijn zevende begonnen om samen alle Harry Potter-boeken te lezen. Eerst las zij voor, later wisselden we af. Bij boek zes of zeven was ik eigenlijk te oud om dat nog samen met haar te doen, maar omdat we zo gehecht waren aan die gewoonte, zijn we verder gegaan. Ik heb geweldige herinneringen aan die tijd: samen in de fantasiewereld van Harry Potter duiken en er dan over praten. Ik heb altijd gedacht dat ik ooit hetzelfde zou doen met Ruby. Het universum van Harry Potter is zo schoon. Dat J.K. Rowling met haar tweets de wereld achter haar boeken aan het verknallen is, vind ik heel jammer.’

Warming up en cooling down

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘We lezen Ruby voor aan het begin en aan het einde van de dag. In feite is voorlezen de warming up en de cooling down van de dag. Het zorgt voor vertraging. Het voorleesritueel ‘s avonds is het belangrijkste. Daarvoor installeren we ons in een knus hoekje in haar kamer tussen de knuffels, waaronder een levensgrote Bumba. Ruby kiest het boek. Ze heeft een uitgesproken voorkeur en maakt die meestal al kenbaar terwijl we naar boven gaan. Terwijl ze haar melk drinkt, lezen mijn lief of ik dat verzoekboek voor. En daarna nog eens. Want dat is wel een ding. We moeten een boek altijd twee keer voorlezen. Ze vindt het gewoon zo leuk dat ze meer van hetzelfde wil. Van die gewoonte proberen we nu af te geraken. Soms durf ik de tweede keer een compactere versie voor te lezen. Maar het verhaal moet wel nog altijd kloppen, anders heeft ze het snel door. Dat vaste avondritueel helpt om tot rust te komen en haar snel in slaap te doen vallen. Ik merk als ik de tweede keer te snel door het boek ga, dat die rust niet komt. Ik moet echt genoeg tijd nemen en vertragen om haar in haar bedje te krijgen.’

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Ook na het opstaan lezen we voor. Soms is Ruby al om zes uur wakker. Voorlezen is dan een fijne manier om de dag te beginnen. Het brengt je hersenen op een rustige manier op gang. Televisie vind ik op dat uur nogal hectisch. Het ochtendlijke voorlezen gebeurt beneden in de zetel bij de boekenkast. Op de onderste plank, op haar hoogte, staan haar boekjes. ‘s Ochtends grijpt ze tegenwoordig heel vaak naar een boek over honden dat ik ooit voor anderhalve euro heb gekocht op de rommelmarkt. Het is een soort naslagwerk over hoe je honden moet verzorgen, maar ook over de rol van honden doorheen de geschiedenis. Het zijn de foto’s die Ruby’s verbeelding in gang zetten. In haar hoofd vertelt dat boek een heel verhaal, terwijl het in werkelijkheid een encyclopedie is. Grappig is bovendien dat Ruby in het echte leven doodsbang is van honden. Honden zijn voor haar het meest angstaanjagende dat er bestaat maar tegelijk is ze er blijkbaar gigantisch hard door gefascineerd.’

“‘s Ochtends grijpt Ruby tegenwoordig heel vaak naar een boek over honden dat ik ooit voor anderhalve euro heb gekocht op de rommelmarkt. In haar hoofd vertelt dat boek een heel verhaal, terwijl het in werkelijkheid een encyclopedie is. Grappig is bovendien dat Ruby in het echte leven doodsbang is van honden.”

Op het spel

‘Ik heb een periode gehad dat ik me heel bewust was van mijn stem en uitspraak. Tijdens het voorlezen wilde ik mijn stem goed plaatsen en mooi articuleren om voor Ruby een schone verbeeldingswereld te creëren. Het is tenslotte een beetje mijn job. Daar ben ik van afgestapt. Want daar gaat het niet om. Nu zet ik alles in om het verhaal zo goed mogelijk bij haar te krijgen. De ene keer is dat met stemmetjes, zoals in de boekjes van David McKee over olifant Elmer. Daar zit een handpop bij. Hem laat ik echt tot leven komen. Ik laat hem ook veel vragen stellen. Dan wordt het voorlezen bijna een poppenspel. Ook dat is iets wat ik professioneel ken. Zo doe ik op Ketnet het stemmetje van Sokpop, de handpop van Sarah Mouhamou.’

“Ik versnel of ik vertraag, zodat Ruby voelt wanneer het spannend wordt. Op die manier probeer ik haar mee te krijgen in het verhaal.”

‘Een andere truc om een verhaal te doen werken, is Ruby deel te maken van het verhaal. Soms doet ze dat zelf ook. Zo hebben we een boekje over Hopla die naar het ziekenhuis gaat. In haar hoofd is zij de dokter in dat boekje. Hopla belt dus naar Ruby om te zeggen dat hij ziek is en Ruby neemt de oorpijn van Hopla weg. Die interactie is duidelijk heel leuk voor haar.’

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Daarnaast zijn er verhalen -zoals die over de eendjes Gonnie en Gijsje van Olivier Dunrea- waarbij ik geen stemmetjes of aanpassingen doe, maar waarin ik probeer om te spelen met dynamiek. Ik versnel of ik vertraag, zodat Ruby voelt wanneer het spannend wordt. Op die manier probeer ik haar mee te krijgen in het verhaal. Je kunt het vergelijken met de tekstanalyse die ik doe als ik een scenario of een toneeltekst krijg. Ook dan reflecteer ik over de intentie van de schrijver: wat is het doel van deze tekst?’

‘Het klinkt een beetje belachelijk om zo gewichtig te doen over een kinderverhaal, maar het is wel echt gelijkaardig: opbouwen naar een grappig moment of naar de clue, en vervolgens het verhaal neerleggen. Dat werkt. Want als is er eens geen tijd is en ik jaag het boek er gewoon door, dan is Ruby’s aandacht ook weg. Nu, om dat te doen, moet je heus geen professionele verhalenverteller zijn. Als de intentie er is om je kind mee te nemen in het verhaal, kunnen veel mensen verrassend uit de hoek komen. Je moet gewoon voelen dat er iets op het spel staat, want kinderen zijn een kritisch publiek.

“Ik zorg wel altijd voor een verhaal en als dat er niet is, verzin ik er een. Zelfs van een alfabetboekje maakte ik een verhaal. Dat doe ik door elke keer terug te keren naar de beer van de letter B. Hem laat ik verhalen beleven met de Dromedaris, Egel en Flamingo.”

‘Meestal blijf ik dicht bij de tekst, maar zinnetjes die te Hollands klinken zal ik vervlaamsen en als een rijm wat stroef loopt, parafraseer ik liever. Ik zorg wel altijd voor een verhaal en als dat er niet is, verzin ik er een. Zo hebben we een zoekboek over de boerderij met afbeeldingen van tractors, kippen, groenten... Ik ben er in geslaagd om daar een verhaal rond te bouwen en gebruik dat als leidraad doorheen het boek. Zelfs van een alfabetboekje maakte ik een verhaal. Dat doe ik door elke keer terug te keren naar de beer van de letter B. Hem laat ik verhalen beleven met de Dromedaris, Egel en Flamingo. Me daarmee uitleven vind ik tof. Al kan ik in de vroege ochtend ook genieten van de tekst gewoon te volgen en rustig en goed voor te lezen.’

Smaak

‘Er komt hier regelmatig een nieuw stapeltje boeken binnen via de bib. We gaan graag naar De Krook in Gent, een hele toffe bibliotheek met een groot aanbod en een leuk café. Maar ik vind het ook leuk om door het aanbod op een rommelmarktje te snuisteren. Als een boek er heel versleten uitziet, weet je dat het waarschijnlijk een tof verhaal is. Daarnaast krijgt Ruby veel boeken door van de neefjes en nichtjes die wat ouder zijn. En soms krijgt ze ook boeken cadeau.’

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Boeken cadeau doen is soms riskant. Mensen kiezen dan voor esthetisch mooie en inhoudelijk verantwoorde boeken, maar bij Ruby vallen die niet altijd in de smaak. Je kunt die smaak proberen te ontwikkelen, maar is het echt nodig dat een 2,5 jarige alleen nog boeken met meer dan vier sterren op Goodreads leest? Uiteraard moet je haar soms iets aanbieden dat buiten haar comfortzone ligt, maar soms pakt het niet. Zo had ik zelf eens een stapeltje prachtig geïllustreerde boeken uit een mooie kinderboekenwinkel uit Amsterdam voor haar meegebracht, waaronder een verhaal over een jongetje en een walvis. Wondermooi, vond ik. Maar Ruby was niet overtuigd. En dan kun je proberen wat je wilt, dan pakt het niet. Ik trap dus zelf ook weleens in de val van vooral op mijn eigen smaak af te gaan in plaats van de hare. In de bib of op de rommelmarkt hebben we dat probleem niet. Dan zoeken mijn lief en ik zelf eerst een paar boekjes uit, vervolgens leggen we ze haar meteen voor. Meestal weten we dan snel of het haar bevalt.’

‘Zelf heb ik ook boeken waar ik op afknap. Zo heb ik het moeilijk met boeken die opvoedkundig te strikt zijn en waarin het autoritaire te sterk naar boven komt. Moet het in een ontspannen moment echt gaan over stout zijn en welke straffen daar tegenover staan? Het zegt allicht veel over mijn visie op opvoeden. (lacht)’

TIPS VAN ROBIN

©Michiel Devijver en Iedereen Leest
  • Poes Pinkie van Kathryn Jackson: ‘Al anderhalf jaar is dit mini-boekje - over een zwarte poes die in een groene hoed ligt, nat wordt en een avontuur beleeft met een hond die bang is van haar - Ruby’s grote favoriet. Dat boekje nemen we overal mee naartoe, ook op reis, omdat het zo klein is.’
  • De avonturen van Sokpop van Inge Bergh: ‘Ruby heeft door dat ik dat stemmetje wel heel goed kan, dus dat leest ze graag. Al heb ik het misschien ook een beetje gepusht. (lacht)’
  • Bumba-boekjes: ‘Ik voel er wat gêne over, maar voor Ruby werken die boekjes. Ik moet wel toegeven dat ik -omdat sommige Bumba-boekjes zo dun zijn- er vaak nog een eigen stuk aan brei.’
  • Adem in adem uit. Reis in de aarde van Mieke Van Herck: ‘Bijna een spiritueel boek over mindfulness. Het gaat over drie figuren die via de wortels door een boom reizen en letten op hun ademhaling. Dat staat heel ver van Bumba. Ik had het niet verwacht, maar Ruby is helemaal mee met dit verhaal.’
  • Slaap lekker kleine muis van Magali Mialaret: ‘Een groot boek over een muisje dat de dag doorbrengt met zijn vriendjes en in bed samen met papa de dag overloopt. Het is zo geschreven dat je voelt dat het de bedoeling is dat je kind dit ook zou doen. Heel poëtisch en tof, maar het slaat ook aan omdat ik de muizenvriendjes in het boek heb vernoemd naar Ruby’s vriendjes. Daardoor is ze meer geïnvesteerd in het verhaal.’


Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest