De voorleesboekenkast van Eva Dierickx

In de reeks ‘De voorleesboekenkast’ gaan we op bezoek bij enthousiaste voorlezers en hun kinderen. Wat zijn hun favoriete voorleesboeken? Hoe ziet hun voorleesritueel eruit? In deze aflevering duiken wij in de voorleesboekenkast van onderwijsexpert en ex-kleuterleider Eva Dierickx van @deklasvaneva en haar dochtertje Minte van 2,5 jaar oud.

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Ik ben begonnen met voorlezen toen Minte nog geen maand oud was, maar zelfs voor ik zwanger was, kocht ik al mooie prentenboeken. De illustraties van Oliver Jeffers of Carll Cneut… voor mij is dat kunst. De esthetische waarde van kinderboekenillustraties wordt helaas nog vaak onderschat. Het is niet omdat zij werken voor kleine kinderen dat hun werk minder waard is. Integendeel. Het is net heel belangrijk om onze kinderen schoonheid mee te geven.’

Altijd en overal

“Mintes boeken staan op ooghoogte, maar een deel van de boeken staat ook wat hoger in de kast om ze te beschermen voor haar gretige handjes. Dat intrigeert haar. Regelmatig wil ze nu een boekje “uit de hoge kast”. ”

‘Ondertussen is Minte een binge-lezer. Eén boekje worden er meteen tien. Elke plek, elk moment is goed voor een boek: op het potje, in de zetel, bij het wakker worden, aan tafel. We lezen zo veel voor doorheen de dag dat voorlezen niet standaard deel uitmaakt van haar slaapritueel. Vaak hebben we tegen dan al genoeg gelezen.’

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Mintes boeken staan op ooghoogte in de speelhoek. Tijdens het spelen valt haar oog daardoor regelmatig op een boek en vraagt ze me om voor te lezen. Daarnaast slingeren er ook altijd wel boekjes rond bij haar potje en op de salontafel. Strategisch, maar ook wel uit luiheid hoor. (lacht) Om Minte niet te overdonderen met het grote aanbod hier in huis en om sommige boeken te beschermen voor haar gretige handjes staat een deel van de boeken tegenwoordig wat hoger in de kast. Dat gegeven vindt Minte heel bijzonder. Regelmatig wil ze nu een boekje “uit de hoge kast”. Het onbekende intrigeert haar.’

Los van de tekst

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Ik ben een expressieve voorlezer die graag stemmetjes nabootst. Afhankelijk van het boek lees ik de tekst al dan niet letterlijk voor. Bij een rijmboek zou het zonde zijn om dat niet te doen en ook bij boeken als Feest voor Ilyas van Khadija Timouzar of Wilma Wonder van Hanne Luyten houd ik me aan de tekst. Maar soms is het beter om het tempo aan te passen aan Mintes goesting van het moment. Het gebeurt ook wel eens dat ik een boek vereenvoudig omdat de tekst nog te moeilijk is. Kijk omhoog! van Nathan Bryon bijvoorbeeld is een heel mooi verhaal over een zwart meisje dat ruimtevaarder wil worden, maar voorlopig is het te complex. En bij Luna op het potje van Sofie Kenens laat ik achterwege dat Luna flink is omdat ze op het potje gaat. Die “flink versus stout”-boodschap geef ik liever niet mee.’

Kleuterleider

“Ik zorg altijd voor veel interactie. Zo vraag ik om mee te stampen als we iemand door het bos zien wandelen, of steek er een zoekopdracht in.”

‘Mijn ervaring als kleuterleider komt bij het voorlezen thuis natuurlijk ook van pas. Niet dat ik Minte zo expressief voorlees alsof er een imaginair publiek in de sofa zit, maar ik zorg wel altijd voor veel interactie. Ik vraag om mee te stampen als we iemand door het bos zien wandelen, of steek er een zoekopdracht bijvoorbeeld. Ik probeer ook te spelen met de eigenschappen van het boek. Zo vraag ik bij een verhaal op rijm om het laatste woord aan te vullen. En ook al doe ik het thuis niet altijd, toch vind ik het een goede gewoonte om een boek eerst zelf te lezen en even na te denken of dit de boodschap is die je je kind wil meegeven, of dat je ze toch een beetje wil aanpassen. Die vrijheid heb je. Je hoeft een verhaal echt niet voor te lezen zoals het er staat.’

Waardevol

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Inspiratie voor nieuwe boeken doe ik op via Instagram of in boekhandels zoals Paard van Troje en Limerick in Gent. Daar voel je dat het aanbod zorgvuldig en met liefde is geselecteerd. Ik doe niet liever dan mijn tijd te nemen om daar door de boeken snuisteren. Het klinkt misschien controversieel, maar op zo’n momenten neem ik Minte niet mee.’

‘Dankzij mijn Instagramaccount @deklasvaneva waarop ik inclusieve kinderboekentips deel krijg ik ook regelmatig boeken toegestuurd waarvan uitgeverijen denken dat ze bij me passen. Zo blijf ik goed op de hoogte en wordt het allemaal wat meer betaalbaar. Toch koop ik nog steeds vaak boeken, ook om cadeau te doen. Een boek is een waardevol geschenk. In het beste geval geef je niet alleen een klein kunstwerk maar ook de kans om te spreken over een onderwerp dat anders misschien niet aan bod zou komen.’

Leerkans

‘Een boek vormt hier thuis vaak de aanleiding voor een gesprek. Mijn generatie heeft als kind bepaalde gesprekken niet gehad: over huidskleur bijvoorbeeld of over gender. We weten dus zelf niet goed hoe we daarover moeten spreken met onze kinderen. Een boek kan helpen om aan die onderwerpen een taal te geven. Al probeer ik wel om niet in elk boek een leerkans te zien. Ik wil niet altijd de pedagoog of de genderexpert uithangen. Soms wil ik gewoon genieten van ons voorleesmoment samen.’

Niet zo inclusief als het lijkt

“Het is niet omdat er een personage met een bruine huidskleur meedoet dat een boek inclusief is. Veel belangrijker is de verhaallijn en wie de macht heeft in een verhaal. Wie onderneemt het avontuur?”

Inclusieve boeken zijn mijn stokpaardje. Maar het is niet omdat er een personage met een bruine huidskleur meedoet dat een boek inclusief is. Veel belangrijker is de verhaallijn en wie de macht heeft in een verhaal. Wie onderneemt het avontuur? Het gebeurt regelmatig dat een boek als inclusief in de verf wordt gezet, maar dat eigenlijk niet is. In Kikker en de vreemdeling van Max Velthuijs bijvoorbeeld wordt de “vreselijke vreemdeling” pas geaccepteerd als hij een goede daad heeft verricht. Hugo: een vreselijk eng beest van Mia Nilsson geeft dezelfde boodschap. Die “enge Hugo” moet eerst zichzelf bewijzen vooraleer hij erbij kan horen. Zo’n verhalen zijn goed bedoeld, maar erg jammerlijk. Hoe het komt dat zulke boeken worden uitgegeven? Veel uitgeverijen zijn witte bastions en weinig divers op vlak van economische klasse of beperkingen. Dat maakt dat ze blinde vlekken hebben. Op dat niveau hebben we dus meer diversiteit nodig. Nu, ik merk wel dat uitgeverijen daarin aan het groeien zijn. Ik krijg vaak vragen om feedback.’

©Michiel Devijver en Iedereen Leest

‘Boeken die ik nog mis zijn verhalen waarin het hoofdrolpersonage een beperking heeft. Een goed voorbeeld is Karel en zijn nieuwe vriendje van Liesbet Slegers. Meestal blijven personages met een beperking beperkt tot een meisje in een rolstoel op de achtergrond. Verder vind ik dat kansarmoede meer zichtbaar kan worden gemaakt zonder het daarom te problematiseren. Nu heeft elk kind in een boek een eigen slaapkamer en eigen speelgoed, en hoe veel ouders rijden er wel niet rond op bakfietsen? Verder zie ik veel te weinig vrouwen met hoofddoeken. En nu ik toch op dreef ben: waarom noemen alle oma’s oma? Ik lees het bijvoorbeeld in het mooie boekje Julian is een zeemeermin van Jessica Love, terwijl in het Engels zijn oma ‘Abuela’ genoemd wordt. Waarom wordt die meertaligheid niet meegenomen in de vertaling?’

Niet heiliger dan de paus

‘Vergis je niet. Niet in elk boek in onze boekenkast is inclusiviteit een expliciet thema. Dat is oké. Ook grappige boekjes zoals De ridder zonder billen van Levina van Teunenbroek hebben hier een plek. Het is veel belangrijker om te kijken naar je boekenkast in zijn geheel. Er kunnen gerust boeken in staan die alleen maar bevolkt worden door witte personages, zolang er ook boeken tussen staan met alleen maar zwarte personages.’

‘Die inclusieve boekjes zijn bovendien geen wondermiddel. Bij Minte merk ik voorlopig nog geen groot of onmiddellijk effect. Ze groeit nog steeds op in een wereld vol stereotypen. Gendervooroordelen zijn heel hardnekkig. Zo schrok ik onlangs toen ze heel stellig zei dat jongens goed kunnen voetballen en dat meisjes goed kunnen spelen. Ook in ons gezin - waar we zo bewust omgaan met die thema’s - kan je daar niet aan ontsnappen.’

Boekentips van Eva

©Michiel Devijver en Iedereen Leest
  • Het mooiste blauw van Ibtihaj Muhammad: ‘Dit verhaal over een meisje dat voor het eerst een hoofddoek aandoet is één van mijn lievelingsboeken. De poëtische tekst en de vloeiende illustraties versterken elkaar.’
  • Echte jongens huilen wel van Jonty Howley: ‘Een simpele, duidelijke tekst met een mooie boodschap die nooit moraliserend wordt. Ik moest er zelf een beetje van wenen.’
  • Alfabet van Charlotte Dematons: ‘Een tof kijkboek dat jaren meegaat. Je kan het altijd weer op een andere manier lezen.’
  • Waar is mijn noedelsoep?!? van Reza Kartosen-Wong: ‘Een cultuurspecifiek boek dat ervoor zorgde dat Minte tegenwoordig zot is van noedelsoep.’
  • Opa’s camper van Harry Woodgate: ‘Een prachtig verhaal met heel mooie illustraties over een opa en kleindochter die samen rondreizen en herinneringen ophalen aan de overleden opie.’
  • Waar dient het voor? van José Maria Vieira Mendes: ‘Ik hou van de kleurrijke en ruwe illustraties van de Portugese Madaleno Matoso. Mijn man is half-Portugees, dat heeft er misschien ook mee te maken.’


Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest