De leeswereld van Wim Oosterlinck

'Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Wim Oosterlinck, radiomaker.

door Matthias M.R. Declercq
© Michiel Devijver en Iedereen Leest

'Dus, mijn Leeswereld. Waar te beginnen?' Wim Oosterlinck kijkt om zich heen en lacht: 'Kies maar.' In de bibliotheek van zijn statig pand in het centrum van Gent zit de radiomaker van Willy aan een kleine, houten tafel, omgeven door wandkasten vol boeken en kartonnen dozen met nog meer boeken, hem toegestuurd als jurylid van de Boekenbon Literatuurprijs. 'De schrijnwerker is al ingelicht over de nieuwe, te verrijzen bibliotheek in deze kamer', lacht Oosterlinck. 'Het is tijd om de boeken een nieuw onderkomen te schenken. Man, ik kijk daar enorm naar uit!'

Een rode draad is er - op het eerste zicht - niet te vinden in de vracht boeken. Dat is een uitdaging. Net zoals het een uitdaging is iemand te interviewen die dat altijd zelf doet, hetzij op de radio, of in podcasts. Zo is Wim Oosterlinck de man achter Drie boeken, waarin hij wekelijks iemand uithoort over de ‘drie boeken die je absoluut moet gelezen hebben.’ De reden waarom hij zelf zoveel leest, is niet eenduidig. 'Ik lees alleszins niet om het verhaal', verrast Oosterlinck, ‘maar voor de taal. Eigenlijk snap ik verhalen niet goed. Het concept ‘verhaal’ vind ik moeilijk te begrijpen. Daar heb ik oprecht schaamte voor. Mij gaat het om de stijl, de woordkeuze, hoe iets geschreven is. Jeroen Brouwers is een van mijn grote helden. Ik heb werkelijk geen idee hoe zijn boeken eindigen, dat ben ik al lang vergeten. Ik lees Brouwers voor de flow en de beschrijvingen. Daarom houd ik ook zo van Erwin Mortier. Hij is de Vlaming die als geen ander telkens het gepaste woord vindt om iets accuraat te beschrijven. Ik kan daar euforisch van worden. Al gaat het over schaduw die op de muur valt: Mortier zal het je precies vertellen. Ocean Vuong is ook zo iemand. Ik heb geen idee waar Op aarde schitteren we even werkelijk over gaat, maar de flow zit zo goed in dat boek, dat ik me gewoon laat meedrijven.'

Radertjes

© Michiel Devijver en Iedereen Leest

Als de namen Brouwers en Mortier vallen, meesters van de met ornamenten bekleedde taal, schrik je als Wim Oosterlinck plots de biografie van Warren Buffet op tafel gooit: The Snowball: Warren Buffett and the Business of Life, een knoert van een boek. ‘Je kan je schouders ophalen bij een dergelijk boek’, zegt hij. ‘Boeiend figuur, Buffett, maar waarom zou je er een boek over lezen? Omdat het zo goed geschreven is, daarom. De taal van de auteur, Alice Schroeder, is helemaal anders dan de eerder genoemde Brouwers of Mortier, maar ook daarin schuilt mijn liefde voor taal: in de mechaniek, hoe iemand er voor zorgt dat je blijft verder lezen. De spanning, met hier en daar een cliffhanger, is zo verbazend goed opgebouwd, dat ik de biografie van een man waar ik in wezen niet van wakker lig, in een keer heb uitgelezen. Fantastisch gedaan.'

Oosterlinck haalt er Yes Man bij van Danny Wallace, waarin de auteur een jaar lang ‘ja’ zegt op al wat hem wordt aangeboden, - ‘zo ongelofelijk grappig, met een geschikte column-achtige toon’ - en haalt ook The Da Vinci Code uit de kast, de thriller van Dan Brown. ‘Hoe bouw je een verhaal op? Hoe verbind je de hoofdstukken met elkaar, welke toon past het best bij het verhaal? Dat zijn vragen die me boeien. Weet ik nog hoe The Da Vinci Code afloopt? Absoluut niet. Maar was het een fijne ervaring? Zeker weten.’

“‘Hoe bouw je een verhaal op? Hoe verbind je de hoofdstukken met elkaar, welke toon past het best bij het verhaal? Dat zijn vragen die me boeien. Weet ik nog hoe The Da Vinci Code afloopt? Absoluut niet. Maar was het een fijne ervaring? Zeker weten.”

Barack

De wandkasten in de bibliotheek verraden de passies van Wim Oosterlinck. Er is een plank vol boeken over radio. Van Ik zal kijken wat ik voor je kan doen van Gerard Ekdom, tot Michel Follet, Frits Spits (pseudoniem van Frits Ritmeester) en Howard Stern: allemaal radiopresentatoren. Oosterlinck liet ook alle cursussen samenbinden van Herman De Ley, een prof uit zijn studententijd, verzamelt boeken over oude cinemazalen, is gek op de boeken van Dorothy Parker (Hollywoodscenariste en auteur van kortverhalen) en heeft een deel van de boekenkast gereserveerd voor alles wat met Barack Obama te maken heeft. Dat is de ultieme held in het leven van Wim Oosterlinck. ‘Ik heb zo’n vijftien boeken over Obama. Hier ligt zelfs een fotoboek met de interieurvormgeving van het Witte Huis onder zijn bewind. (lacht) Op de dag dat A Promised Land, zijn autobiografie, uitkwam, heb ik ’s ochtends vroeg heel Gent afgereden om toch ergens de Engelstalige uitgave te vinden. Wat is gelukt. Prachtig boek is dat. Obama schrijft zoals hij praat: bevlogen.’

Uitgedaagd

“Ik houd blijkbaar van schrijvers die de wereld snoeihard op zijn kop zetten. Dat klopt. Mensen die me uitdagen, die alles in vraag stellen. Dat is ook de reden waarom ik filosofie heb gestudeerd. Ik stel mezelf in vraag, mijn eigen job, de opvoeding van mijn kinderen, mijn relatie, alles.”

Pas na een tijd begint het te dagen. Gaat het over de polemieken en essays van Brouwers, dan gebruikt Oosterlinck de woorden ‘scherp’ en ‘bijtend’. Dat geldt ook voor Dorothy Parker - ‘ze kon iedereen in een paar zinnen belachelijk maken’ en voor Michel Houellebecq - ‘zo cynisch, zo hard’. ‘Dat stel ik nu samen met u vast’, lacht Wim, ‘Ik houd blijkbaar van schrijvers die de wereld snoeihard op zijn kop zetten. Dat klopt. Mensen die me uitdagen, die alles in vraag stellen. Dat is ook de reden waarom ik filosofie heb gestudeerd. Ik stel mezelf in vraag, mijn eigen job, de opvoeding van mijn kinderen, mijn relatie, alles. Dat is waar ik van opleef. Natuurlijk mag iets hard en rauw zijn. Michel Houellebecq ziet mensen aan het zwembad liggen en denk wellicht: ‘Die ga ik eens goed liggen hebben, zie!’ Bij hem denk ik vaak: hoe dùrf je dat zo te beschrijven? Maar wat hij doet is niet eens absurd: Houellebecq beschrijft wat er iedere dag om ons heen gebeurt, toont ons de volstrekt idiote gedragingen van mensen, inclusief mezelf. Oh my god, wat is de mens een raar beest, is wat ik denk bij het lezen van Michel Houellebecq. Ik denk daarbij niet aan de politieke consequenties die mensen uit zijn werk trekken. Zelfs niet bij Soumission. Is hij rechts of extreemrechts? Ik denk vooral dat de man iets wil creëren bij de lezer, hij wil het hoofd op hol brengen, nieuwe verbindingen leggen, zonder daar iets politieks aan te verbinden. Maar misschien ben ik daar naïef in.

Laten we het daar inderdaad op houden: ik lees uit liefde voor de taal, ook uit interesse in de constructie van het verhaal, en lees dus zeker en vast ook om uitgedaagd te worden.’ Er is één schrijver die zelfs te uitdagend is: Thomas Pynchon. Oosterlinck heeft zowat het hele oeuvre liggen van Pynchon, heeft daar nog haast niks van gelezen en liep tot drie keer vast in Gravity’s Rainbow. Hij heeft ooit nog de eerste tientallen pagina’s samengevat, maar hij verzandde alsnog. 'Maar ooit, ooit, gaat het lukken.'

© Michiel Devijver en Iedereen Leest


Deel dit artikel:

Mis niets van Iedereen Leest