De leeswereld van Steven Laureys
'Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Steven Laureys, neuroloog.
door Matthias M.R. Declercq
Dan schrijf je een boek over meditatie, over hoe bewustzijn je mentale en fysieke gezondheid kan versterken, hoe het je tot rust kan brengen, en dan ontneemt net dat boek je de tijd om tot rust te komen, perkt dat boek de tijd in om te lezen, omdat er veel te doen is om het boek. 'Dat klopt', lacht Steven Laureys, 'Terwijl het net lezen is dat voor rust kan zorgen. Omdat lezen ook een vorm van meditatie is, het is een contemplatieve bezigheid.' Maar dat schiet er dus bij in, bij de man uit Hoeilaart die al meer dan twintig jaar verbonden is aan de Universiteit van Luik en het bijhorende UZ. Hij leidt er het onderzoek naar het menselijk bewustzijn. Hij schrijft ook. Met Het no-nonsense meditatieboek en Ons briljante brein breekt Laureys uit het carcan van de teruggetrokken wetenschapper en gaat in dialoog met het brede publiek.
Virtual reality
De man is een voorstander van lezen. Hij weet wat de impact is op die grijze spons in ons hoofd: 'Lezen heeft een positieve invloed', zegt hij. 'Er lichten heel veel gebieden op in de hersenen als je leest. Zowel je visuele hersenschors - de prikkels bij het zien van de letters - als je taalnetwerk wordt geactiveerd. Het brein interpreteert die letters meteen en geeft er betekenis aan. Dat proces gebeurt op automatische piloot. Daarom kun je nog altijd lezen als je de klinkers weglaat en alleen medeklinkers ziet. Bij lezen kan je dagdromen, je elders wanen, wat dan weer emoties losmaakt. Je kan je zelfs een wereld inbeelden die veel groter is dan ons fysiek universum. Dat is een ongelofelijke kracht. Een boek, dat is virtual reality. Het kan je ook terugvoeren naar je eigen jeugd, naar eigen ervaringen, kan leiden tot nieuwe interpretaties en bovenal: lezen laat je toe nieuwe kennis op te slaan. Het is een héél dynamisch proces dat zich afspeelt in je hersenen.'
Laureys lacht even. 'Hoe meer ik er over praat, hoe meer ik verlang naar meer tijd en ruimte om zelf te kunnen lezen.'
Bill Bryson
'Non-fictie, dat is waaruit mijn leeswereld bestaat. Ik lees af en toe wel een roman - ik ben fan van Amélie Nothomb - maar aangezien mijn beroep ook mijn hobby en mijn ultieme passie is, blijf ik me inlezen in al wat met bewustzijn en wetenschap te maken heeft. Ik heb vijf kinderen - van 1 tot 21 jaar -, en terwijl mijn vrouw voorleest aan de jongsten, gebeurt het dat ik in bed een boek lees over de geschiedenis van de wetenschap. Hoe alles is ontstaan. Maar evengoed lees ik een boek over ethiek.'
Je kan er niet omheen. In deze interviewreeks komen vaak dezelfde namen van auteurs terug - zullen we Chimamanda nog eens vermelden? Er zijn ook namen die de finale tekst niet halen, omdat de geïnterviewde zodanig veel auteursnamen dropt dat je soms kiest voor 'nieuwe' namen, voor zij die nog niet aan bod kwamen. Maar na Chimamanda, dringt zich opnieuw een wetmatigheid op: mensen die veel non-fictie lezen komen haast automatisch uit bij de Brits-Amerikaanse auteur Bill Bryson. Diens bekendste werk - Een kleine geschiedenis van bijna alles - lijkt wel de plattegrond waarop non-fictielezers nauwgezet bouwen aan een zo volledig mogelijk wereldbeeld. 'Bill Bryson ontsluit de werkelijkheid op een heel toegankelijke manier', zegt Laureys. 'Hij gebruikt ook veel humor. Daarmee maakt hij het verschil. Hij trekt je al spelend de wereld van de fysica in.'
Darwin en Descartes
In de jeugdjaren van Steven Laureys moest die fysica het lange tijd afleggen tegen het geloof. 'Ik kreeg een katholieke opvoeding', zegt hij. 'Mijn vader kon maar tot zijn twaalfde naar school, en ook moeder kon niet verder studeren. Aanvankelijk heb je genoeg aan de antwoorden van de kerk, tot je ouder wordt en doorvraagt. Dan is de repliek vaak dezelfde: 'Stop maar met vragen'. (lacht) Het zijn een paar geestdriftige leraars en leraressen die me op pad zetten. Idem voor een paar professoren aan de VUB. Daar ving mijn leeswereld echt aan. Voorheen was die er niet. Vader las niet en moeder maar heel af en toe. Het is mijn nieuwsgierigheid, mijn interesse in de wetenschap die me richting boeken navigeerde. Boeken als On the Origin of Species van Charles Darwin en Discours de la méthode van René Descartes las ik met veel plezier. Die werken schrikken sommige mensen af, maar ze zijn best leesbaar, meer dan je denkt. Waar komen we vandaan? Die vraag houdt de mens bezig. Waar gaan we naartoe? Nog zoiets. Natuurlijk helpt lezen om die vragen proberen te beantwoorden, al is het erg moeilijk om als Leonardo Da Vinci kennelijk alles te weten wat op een bepaald moment geweten is.'
Indonesië
'Ik ben als jonge student ooit op avontuur getrokken naar Indonesië. Samen met een vriend maakten we lange wandeltochten op geïsoleerde eilanden. De e-reader bestond toen nog niet, dus moest je een dun boekje meenemen, om je rug niet te veel te belasten. Die vriend had een van de boeken mee van Douglas Adams, The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy, heel toepasselijk om te gaan wandelen. Mijn boek was ook toepasselijk: La Divina Commedia van Dante. (lacht) Een knoert van een boek dat ik overal meesleurde. Als je geïnteresseerd bent in het hoe en wat, dan zijn de Bijbel en de Koran ook van belang. Ze maken deel uit van de tocht die je als mens aflegt op zoek naar zingeving. Daar draait het uiteindelijk om.'
Onwetendheid
'Wetenschap overwint de duisternis', is het motto van mijn alma mater. Maar wees ook niet arrogant. Je kan naar de sterren of het pas geboren leven kijken en een astrofysische of biologische uitleg geven. Maar je kan daarnaast ook met verwondering kijken naar ons externe en interne universum, dat is al even inspirerend, zoals ik van de Dalai Lama leerde. Daarom zijn boeken zo belangrijk: ze helpen om je kleine leventje open te breken.
Niemand die dat beter verbeeldt dan mijn vriend en collega Stuart Firestein. De Amerikaanse topwetenschapper werkte eerst een tijd op Broadway. Maar hij werd verliefd op een biologe die onderzoek deed naar bewustzijn bij dolfijnen. Hij verliet zijn vertrouwde leven, trok naar de universiteit, doctoreerde en werd professor in de neurobiologie. Maar de rebel in hem is nooit verdwenen. Hij schreef een treffend boek: Ignorance: How it Drives Science. Firestein is net als ik gefascineerd door wat we niet weten. En hij beseft dat er meer is dan je eigen vakgebied. Dus organiseert hij ook lezingen, en nodigt Nobelprijswinnaars uit, om te praten over onwetendheid. Dat is toch fantastisch? Daarom ga ik altijd blijven lezen. Het stimuleert ons briljante brein.'
Deel dit artikel: