De leeswereld van Alexander D’Hooghe
Lezen is denken met andermans hoofd’, zei Schopenhauer. Maar wat zoeken we in dat andere hoofd? Is het rust, verstrooiing, kennis? Dit is Leeswereld, een interviewreeks over de rol van lezen, over schoonheid, over taal. Deze aflevering: Alexander D'Hooghe, architect.
door Matthias M.R. Declercq
‘Mijn leeswereld bestaat voor negentig procent uit non-fictie’, zegt Alexander D’Hooghe. ‘Niks zo fijn als het afgraven van kennisbomen. Er zijn verschillende media om kennis te vergaren: ik luister naar audioboeken en naar Blinkist (waar non-fictieboeken in vijftien minuten worden samengevat), ik scrol door YouTube-video’s, maar literatuur is de beste manier om kennis tot je te nemen. Boeken zijn nog altijd de real deal.’
Alexander D’Hooghe zegt overal te lezen: op de trein, in het vliegtuig en op de achterbank van de auto. Al reizend van het ene project naar de volgende werf of naar een zoveelste onderhandeling. De titel ‘architect’ in de intro van dit verhaal dekt niet de hele lading. Alexander D’Hooghe is ook ingenieur en stadsplanner. ‘Ontwerper’ is de titel die hij zelf verkiest. Je komt punaises te kort om zijn werk op een wereldkaart vast te prikken. D’Hooghe is gastprof aan de Massachusetts Institute of Technology (MIT) en stichter van stedenbouwkundig bureau ORG Permanent Modernity, dat zowel in Brussel als in New York is gevestigd. Hij tekende de heropbouw van New York en New Jersey mee uit na de doortocht van orkaan Sandy. In Zuid-Korea ontwierp hij een kunstmatig eiland, in Anderlecht een markthal en in Brakel een politiekantoor.
‘Mijn passie voor architectuur, voor de opbouw van een stad, en hoe die zich verhoudt tot de samenleving, heb ik kunnen omzetten in een professioneel werkleven. Die passie uit zich ook in mijn leeswereld. Fundamenten van het stadsontwerp van Marcel Smets (de voormalige Vlaamse bouwmeester) is één van mijn oerboeken. Maar er is veel meer dan alleen ontwerpen. Ik houd vast aan wetenschap, maar ook aan het verhalende, aan de mens en aan de geschiedenis. Er schuilt een poëtische genoegdoening in prachtig geformuleerde zinnen.’
“Mijn leeswereld bestaat voor negentig procent uit non-fictie. Niks zo fijn als het afgraven van kennisbomen.”
Wortels
‘Ik lees vaak in clusters: boeken die qua thematiek bij elkaar aanleunen. Eén van die clusters waar ik recent in dook is identiteit. Lange tijd woonde ik in de Verenigde Staten met mijn gezin. Bij terugkeer in België voelde ik de nood om de eigen geschiedenis beter te kennen. Ik wilde beter begrijpen hoe Vlaanderen zich losmaakte en emancipeerde. Wie zijn wij eigenlijk? De zoektocht ving aan met De Bourgondiërs van Bart Van Loo, dat vooral draait om Ieper, Brugge en Gent. Dan gaat Jeroen Olyslaegers als het ware door op dat elan in Wildevrouw, dat om Antwerpen draait. Ik nam er nadien ook Amsterdam bij, van Russell Shorto, waarin hij vertelt over de geschiedenis van de stad waar de liberale denkvorm mee is ontstaan, de plek waar Spinoza heeft gewoond. Amsterdam is één van mijn lievelingssteden. Ik voel me daar erg thuis. Shorto schreef ook een biografie van Manhattan (The Island at the Center of the World: The Epic Story of Dutch Manhattan and the Forgotten Colony That Shaped America), en dat maakt de cirkel enigszins rond: van Antwerpen via Amsterdam naar New York. De wijk rond de Brouwersvliet in Antwerpen is overigens een soort mini-grachtengordel, die vijftig jaar later op veel grotere schaal in Amsterdam is gebouwd, met medewerking van twee Antwerpenaren, en die ook te zien is in zuidelijk Manhattan. De drie steden zijn echt met elkaar verbonden, ze hebben een boeiende continuïteit, met burgers die een eigen stad bouwden gebaseerd op vrijhandel. Terwijl ze in Europese steden, zoals Brussel en Rome, nog kastelen en royale boulevards bouwden en vasthielden aan het oude idee van macht, staken Antwerpen, Amsterdam en New York hun middelvinger op.’
Stalin
‘Het idee van Utopia (het boek van de Engelse humanist Thomas More, waarin hij de “ideale staat” beschrijft) trekt mij aan. Ik lees graag over de relatie tussen het politiek-maatschappelijk wereldbeeld enerzijds en de esthetica van de vorm anderzijds. Waarom bouw je? En voor wie?’
In The Liberal Monument, het doctoraat van Alexander D’Hooghe, beschrijft hij de denkers en stadsontwerpers die het Europa van de jaren dertig ontvluchtten. Zij die streefden naar een open maatschappij konden niet op tegen het fascisme van de Duitsers en Italianen, of het communisme van de Sovjets. Hun ideeën vonden geen ingang en moesten het afleggen tegen de totalitaire machtsbouwwerken waar zowel Stalin als Hitler op inzetten. The Liberal Monument belicht het belang van monumenten die de macht niet versterken, maar de maatschappij openbreken.‘De bevrijde, geëmancipeerde wereld staat voor een andere esthetiek dan die van de oude macht. Die had een andere relatie tot kunstenaars en architecten. Dat thema blijft grote delen van mijn beroeps- en leesleven beheersen. De gedachte van de utopie, het streven naar een ideale samenleving, zorgt ervoor dat ik nu De best mogelijke wereld lees, een boek van Steven Nadler.’
“Ik lees graag over de relatie tussen het politiek-maatschappelijk wereldbeeld en de esthetica van de vorm. Waarom bouw je? En voor wie?’”
Software
Er zijn veel andere clusters die opduiken in de leeswereld van D’Hooghe. Thema’s waarin het ene boek naar het andere leidt en je kennis alsmaar uitbreidt. Bedrijfsvoering is zo’n cluster, al draait die niet om het savoureren van taal, maar om pure kennis en mogelijke inspiratie die D’Hooghe kan toepassen in zijn bedrijfsleven. Een voorbeeld uit die boekengroep is No Rules Rules: Netflix and the Culture of Reinvention, geschreven door Netflix-baas Reed Hastings of The 7 Habits of Highly Effective People van Stephen Covey.
Evengoed komt een cluster per toeval op zijn pad, zoals de speltheorie, een model om de tactische interacties tussen deelnemers te bepalen en zo een mogelijke uitkomst van een spel of een conflict te analyseren. ‘Ik denk dat Nassim Nicholas Taleb (de essayist en wiskundige, bekend van het boek The Black Swan) erover schreef. Het prikkelde me, waarna ik verschillende boeken over de speltheorie heb gelezen. Waarom wint iemand een spel? Waarom wint iemand onderhandelingen? Die theorie draait om wiskunde en logica, en is breed toepasbaar, zeker in de economische wereld. Er zijn verschillende Nobelprijzen uitgedeeld aan economen die zich over de speltheorie bogen. Misschien was het onderwerp zonder Taleb ook wel op mijn radar verschenen, door een boek van een collega of zo, of een vriend. Vaak kan een cadeau leiden tot een nieuwe wereld. Je krijgt één boek, maar eigenlijk krijg je er zoveel meer. Dat is het mooie aan lezen. Het eindigt nooit.’
Deel dit artikel: