Sport en spel in jeugdliteratuur – hoe lezen ons in beweging zet
In aanloop naar Jeugdboekenmaand organiseerde het Departement Letterkunde van Universiteit Antwerpen samen met Iedereen Leest een inspiratiedag over ‘Sport en spel in jeugdliteratuur’. ‘Sport en spel’, het thema van Jeugdboekenmaand 2024, lag niet voor de hand om te verwerken in een studiedag. Maar moeilijk kan ook - een sporter haalt vaak (nog) meer voldoening uit een overwinning als de lat hoog ligt. Ook in dit geval loonde de inspanning de moeite, want het resultaat was een boeiende, bewogen namiddag.
Het onderzoeksteam jeugdliteratuur van de Universiteit Antwerpen zocht samen met enkele gastsprekers de verbinding tussen bewegen, spelen en lezen. De dag begon met een uitnodiging aan het publiek om na te denken over lezen als een ’embodied experience.’ Dit idee werd onderstreept met een uitspraak van de Amerikaanse professor Thomas C. Foster: ‘reading is a full contact sport’. Met deze stelling in het achterhoofd, mocht het publiek een namiddag luisteren naar verschillende sprekers, die vertelden over hun onderzoek.
Speelgoed als drager van herinneringen
Barbara Kalla van de Universiteit van Wroclaw is als hoogleraar Nederlandse literatuur vaak te gast in Vlaanderen. Ze is gespecialiseerd in de representatie van de Holocaust in jeugdliteratuur. In het kader van Jeugdboekenmaand selecteerde ze drie kinderboeken (uit Polen, Israël en België) over de Holocaust, waarin een stuk speelgoed van belang is voor het hoofdpersonage. Spelen en speelgoed zijn onlosmakelijk verbonden met de kindertijd, ongeacht in welke vreselijke omstandigheden deze kindertijd zich afspeelt. Herinneringen kunnen worden doorgegeven aan de hand van voorwerpen, in dit geval speelgoed.
Het blijft essentieel om met kinderen terug te kijken naar de Holocaust. Jeugdliteratuur kan daarbij helpen. Lezen over speelgoed – als getuigenisobject – kan tot de verbeelding van kinderen spreken en zodoende helpen bij herinneringsoverdracht aan nieuwe generaties.
Spelen als volwassene
Frauke Pauwels, postdoctoraal onderzoeker aan de UA, verkende tijdens haar lezing de definitie van ‘spelen’. Vervolgens vroeg ze zich af hoe lezen aanzet tot spel. Zo worden jonge lezers vaak creatief geprikkeld wanneer ze lezen. Ze nemen soms fysieke handelingen van personages over in hun spel. Als kind speelde Pauwels zelf bijvoorbeeld de picknicks en schattenjachten uit Astrid Lindgren’s Bolderburen na.
Het aanwezige publiek bestond uit volwassenen: leerkrachten, bibliotheekmedewerkers, studenten … Volgens het publieke gedachtengoed zijn deze volwassenen het spelen ondertussen verleerd. En dat is jammer. Want wanneer je speelt, maak je plezier. Kinderboeken zetten echter ook volwassenen aan tot spel, poneerde Pauwels. Denk maar aan de populariteit van Zwerkbal en hoe tal van volwassenen tegenwoordig deze fictieve sport van Harry Potter uitoefenen. En natuurlijk is er ook het plezier dat meerdere generaties ervaren tijden het voorlezen. Wanneer je voorleest, heb je als volwassene de kans om te spelen, door uit te beelden, met wilde bewegingen en gekke stemmetjes.
We schatten de manier waarop kinderboeken functioneren in de maatschappij dan ook vaak te nauw in. Jeugdliteratuur is belangrijk vanuit een pedagogisch oogpunt, maar het is ook de geknipte plaats om te spelen, voor alle leeftijden.
Choose your own adventure en Pokemon Go
Na de koffiepauze stond de Britse professor Elly Maccausland (Universiteit Gent) vooraan de aula; op haar bovenarm pronkte een plaktatoeage van Jeugdboekenmaand. De toon voor de rest van de dag was gezet: terwijl het buiten plots pijpenstelen regende, werd het in de aula almaar speelser. De rest van de namiddag ging het over game books, videogames en knutselen.
Tijdens de jaren 80 ontstond in Amerika een fenomeen in boekenland, genaamd de ‘Choose your own adventure books’-reeks, waarbij jongeren zelf het verloop van een verhaal bepaalden, door op het einde van iedere pagina een keuze te maken. Ter illustratie: je bevindt je oog in oog met een gevaarlijke alien. Wat doe je? A) Je loopt weg - blader naar pagina 60. B) Je blijft staan en daagt de alien uit - blader naar pagina 86. Op deze manier werd de jonge lezer uitgenodigd om te spelen tijdens het lezen.
Leerden jongeren dankzij deze boeken rationele keuzes maken? Of zat het plezier er net in om op verschillende manieren te sterven? Maccausland neigt naar de laatste optie. De wereld is sowieso chaotisch, dus dan kan je jonge lezers niet kwalijk nemen dat ze tijdens het lezen ervoor kiezen om een alien uit te dagen, wetende dat dit de ‘gevaarlijke’ optie is.
Ook in videogames zit de aantrekkingskracht er net in dat je met je avatar risico’s kan nemen die je in het echte leven niet zou nemen. In een virtueel spel kan je keer op keer sterven. Over jongeren die gamen bestaan er hardnekkige vooroordelen. Doctoraatstudent Maureen Hosay (Universiteit Antwerpen en Universiteit Gent) en Kesirin Phakasetthakarn (University of Glasgow) nuanceerden tijdens hun lezing het clichématige beeld van de gamende tiener. Ze illustreerden op welke manieren het populaire spel Pokemon Go bijvoorbeeld een andere ervaring van gamen biedt. Het bevat een sociaal en een pedagogisch aspect. Bovendien zet de game aan tot bewegen.
Spelen met tekst en beeld
Kinderboekenmaker Leo Timmers sloot de dag af. Zijn lezing begon met een reeks foto’s uit zijn kindertijd. Op de eerste foto toonde hij zijn ‘speeltuin’: de grote tuin van zijn ouders, waar hij speelde met zijn neven en nichten, omringd door dieren (van eenden tot paarden). Om de twee weken bezocht Timmers zijn nonkels, die in een garage werkten. Hij speelde uren tikkertje en verstoppertje tussen de auto’s en olievaten. Omwille van zijn dyslexie voelde Timmers zich niet thuis op school. Wanneer hij niet aan het spelen was, knutselde hij. Spelen en knutselen waren voor hem een belangrijke afleiding.
Vandaag inspireert Timmers op zijn beurt kinderen om te knutselen – via zijn verhalen. Z’n kinderboeken vormen een aanleiding om zelf aan de slag te gaan. Hij ontvangt foto’s van over de hele wereld, waarop kinderen tonen wat ze knutselden na het lezen van zijn werk. Zoals Frauke Pauwels al aanhaalde, zijn boeken voor kinderen vaak een aanzet om creatief aan de slag te gaan.
Timmers koppelde zijn kindertijd en zijn werk als kinderboekenmaker. Zo staat de kunst van knutselen en creatief denken centraal in zijn oeuvre. En ook dieren en auto’s spelen meestal een rol in zijn beeldende verhalen. Zijn boeken zitten vol beweging en het is net in deze beweging dat ontmoeting tussen personages kan plaatsvinden. ‘Tijdens het maken van mijn boeken moet ik vaak aan een game denken, zoals Angry Birds, waarbij een kettingreactie ontstaat en het ene voorkomt uit het andere,’ vertelde Timmers. ‘Het spel tussen tekst en beeld is voor mij het boeiendste aspect van prentenboeken maken. Boeken maken doe je al spelend,’ benadrukte hij.
Ook tijdens het voorlezen van zijn werk, ziet Timmers veel kansen om te spelen. Want ‘voorlezen is zoveel meer dan lezen met je kinderen. Het is actief aanwezig zijn en spelen.’ De aula vol volwassenen werd ook uitgenodigd om mee te raden, terwijl Timmers voorlas uit zijn werk. ‘Wat zou er gebeuren met de kippen op de volgende pagina?’ Initieel was het publiek nog timide, maar als snel raadde iedereen mee. En zo illustreerde Timmers treffend hoe lezen inderdaad een fysieke ervaring en een sociaal spel kan zijn. En dat het plezierig mag zijn. Voor jong en oud, een hele Jeugdboekenmaand lang – maar liefst nog veel langer.
Lees ook
Deel dit artikel: