Scriptieprijs Leesbevordering bekroont onderzoek naar etnisch-culturele diversiteit in klasbibliotheken
Louis Bogaert, Master in de Agogiek aan de Vrije Universiteit Brussel, wint de Scriptieprijs Leesbevordering 2022-2024. Hij onderzocht of klasbibliotheken in de tweede graad van Vlaamse basisscholen etnisch-cultureel divers zijn, en in welke mate leerkrachten hier rekening mee houden bij de samenstelling van een klasbib. Iris Haasnoot, Master in Education and Child Studies aan de Universiteit Leiden, kreeg voor haar onderzoek rond een digitale, interactieve voorleesmethode bij kleuters een eervolle vermelding.
De Scriptieprijs Leesbevordering, een initiatief van Iedereen Leest en de Nederlandse Stichting Lezen, bekroont elke twee jaar een masterscriptie rond lezen en leesbevordering. Een jury van academici uit verschillende onderzoeksinstellingen nomineerde uit de dertig inzendingen twee scripties. De studenten van beide onderzoeken vertelden tijdens de uitreiking op de Iedereen Leest-conferentie over hun onderzoek.
Interactief voorlezen
‘Veel kinderen behalen aan het einde van de basisschool niet het gewenste leesniveau, wat zorgelijk is voor hun school- en latere maatschappelijke succes,’ begint Iris Haasnoot. ‘Samen met mijn scriptiegroep wou ik dit probleem bij de basis aanpakken: in de kleuterklas. Daar wordt via voorlezen gewerkt aan beginnende geletterdheid, met basisvaardigheden zoals woordenschatuitbreiding en fonologisch bewustzijn die essentieel zijn voor de latere leesontwikkeling.’
Het onderzoek van Haasnoot bracht de effectiviteit in kaart van een digitale, interactieve voorleesmethode bij kleuters. Vijf weken lang werden 85 kleuters uit verschillende klassen zesmaal per week voorgelezen met de methode e-Prent&ABC, ontwikkeld door Dr. Marianne van Dijken van de Universiteit Leiden. Die methode combineert effectieve kenmerken om beginnende geletterdheid te stimuleren. Haasnoot ging de effecten na van deze voorleesmethode. ‘Klassikaal voorlezen met deze methode had grote effecten op de woordenschat, de printkennis en het fonologisch bewustzijn van kleuters. Vooral kleuters met een aanvankelijk lagere woordenschat hadden baat bij deze methode in vergelijking met meer traditionele, niet-interactieve voorleesmethodes.’
‘Ik wil kleuterleerkrachten aansporen om deze methode in te bouwen in het klassikale voorleesmoment,’ concludeert Haasnoot. ‘Het verbaasde mij hoeveel informatie kleuters gelijktijdig kunnen verwerken, wanneer dit op de juiste manier aangeboden wordt. Het gelijktijdig stimuleren van verschillende vaardigheden bleek niet overbelastend voor kleuters. Zij leerden net zoveel woorden hiervan, als wanneer enkel de woordenschat gestimuleerd werd.’
De jury van de Scriptieprijs Leesbevordering prijst de hoge wetenschappelijke kwaliteit van Haasnoots scriptie, alsook de heldere opzet en bruikbaarheid voor de praktijk. Met haar onderzoek ontvangt Iris Haasnoot een eervolle vermelding.
Voetnoot: de methode e-Prent&ABC is momenteel nog niet vrij toegankelijk.
Naar een etnisch-cultureel diverse klasbib
Louis Bogaert, de tweede genomineerde, onderzocht de etnisch-culturele diversiteit in het aanbod van klasbibliotheken in de tweede graad van Vlaamse basisscholen. ‘We leven in een steeds diverser wordende samenleving,’ vangt Bogaert aan. ‘Als kinderen zich in boeken kunnen herkennen, kan dit bijdragen aan een sterker zelfbeeld, hogere leesmotivatie en een betere leesvaardigheid. Bovendien kan het lezen van diverse boeken het begrip en de empathie voor andere culturen vergroten.’ Daarnaast ging Bogaert na welke opvattingen leerkrachten hebben over etnisch-culturele diversiteit in kinderboeken, of ze er rekening mee houden bij de samenstelling van hun klasbibliotheek, en hoe ze etnisch-cultureel diverse boeken integreren in de klaspraktijk.
Bogaert trok naar twaalf Vlaamse basisscholen, waar hij leerkrachten interviewde en een inventarisatie maakte van hun klasbibliotheek. ‘De resultaten tonen aan dat de meeste leerkrachten etnisch-culturele diversiteit in kinderliteratuur belangrijk vinden, maar toch houden ze daar bij de keuze van boeken nauwelijks rekening mee,’ licht Bogaert toe. ‘Als belangrijkste drempels noemen ze een gebrek aan bewustzijn en kennis over het thema, en te weinig financiële middelen.’
Bogaert inventariseerde meer dan 1100 boeken, een hele klus. Deze boeken analyseerde hij onder meer op basis van de vraag: in welke mate worden personages met een lichte en donkere huidskleur vertegenwoordigd in de klasbibliotheken? Op de geïnventariseerde boekencovers stonden 2.155 menselijke of andere fictieve personages met een huidskleur, slechts 11% van deze personages op de cover had een donkere huidskleur. Bij 1 op 5 was er zelfs sprake van een stereotiepe weergave. Het gemiddelde publicatiejaar van alle geïnventariseerde boeken was 2007 – in de interviews vertellen leerkrachten dat er vaak geen budget is om nieuwe boeken aan te kopen.
‘De bevraagde leerkrachten geven aan dat ze duidelijk behoefte hebben aan gerichte maatregelen die hen voorzien van de nodige middelen, kennis en ondersteuning om het boekenaanbod recenter en etnisch-cultureel diverser te maken,’ haalt Bogaert verder aan. Daarom schuift hij ook vier aanbevelingen naar voren:
- Scholen zouden een budget kunnen vrijmaken voor de aankoop van nieuwe (etnisch-cultureel diverse) boeken;
- Leerkrachten (in opleiding) moeten meer geïnformeerd worden over etnisch-cultureel diverse kinderliteratuur;
- In de media en het maatschappelijk debat moet er meer aandacht gaan naar het belang van etnisch-culturele diversiteit in kinderboeken;
- Leerkrachten moeten nog meer toegeleid worden naar inspiratielijsten of initiatieven die diverse boeken uitlichten, zoals Boekenzoeker of Studio Sesam.
Bij de Iedereen Leest Academie, het nieuwe leerplatform over leesbevordering, informeren verschillende online leertrajecten over het belang van een divers leesaanbod, en hoe daartoe te komen. Zo kunnen onderwijsprofessionals inspiratie vinden in het leertraject 'Een rijk voorleesaanbod'. Voor bibliotheekmedewerkers is er dan weer het leertraject 'Aan een inclusieve collectie kinder- en jeugdliteratuur werken'.
‘Er is nog veel werk aan de winkel,’ concludeert Bogaert. ‘Het huidige boekenaanbod in de klasbibliotheken is vaak verouderd en weerspiegelt onvoldoende onze etnisch-cultureel diverse samenleving. Alle kinderen verdienen een boek in de klas waarin ze zichzelf kunnen herkennen.’
Maatschappelijk belang van leesbevordering
Bij de uitreiking van de Scriptieprijs Leesbevordering 2022-2024 nam voorzitter Emmelien Merchie (Leerpunt) het woord namens de jury. ‘De jury was positief verrast door de grote verscheidenheid aan onderzoeksdisciplines binnen de dertig inzendingen, en vond het hartverwarmend om te zien hoe breed het thema leesbevordering onder studenten leeft. Het onderstreept het maatschappelijke belang van leesbevordering.’
Na de toekenning van een eervolle vermelding voor Iris Haasnoot, richtte de juryvoorzitter het woord tot de laureaat Louis Bogaert. ‘De jury was onder de indruk van dit mixed method-onderzoek [Bogaert combineerde kwalitatieve en kwantitatieve methodes, red.] en prijst de manier waarop de onderzoeker te werk ging. Hij dacht grondig na over de steekproef van het onderzoek, de context van het Vlaamse onderwijs en zijn eigen positionaliteit binnen de studie. De scriptie legt een duidelijk verband tussen het theoretisch kader en de uitkomsten, levert boeiende resultaten en doet nuttige aanbevelingen voor de onderwijspraktijk. Dit alles zorgt ervoor dat de jury het werk van Louis Bogaert bekroont met de Scriptieprijs 2022-2024.’
Bogaert, die momenteel de lerarenopleiding volgt, was duidelijk verrast toen hij de prijs en bijhorende cheque van €1.000 mocht ontvangen. ‘Met deze prijs schaf ik mezelf wellicht een nieuwe laptop aan om binnenkort als leerkracht te gebruiken. In de praktijk wil ik zelf ook bijdragen aan een inclusiever onderwijs met leesplezier voor alle leerlingen.’
Deel dit artikel: