Vrijwilligers als geheime kracht in je leesorganisatie
Vrijwilligers vormen een onmisbare schakel in het netwerk van leesbevorderaars. Daarom doen steeds meer organisaties een beroep op vrijwilligers om voor te lezen, leesgroepen te begeleiden, schoolbibliotheken te runnen… Hoe investeer je in een sterk vrijwilligersbeleid om die vrijwilligers te rekruteren, te ondersteunen, bij te sturen en te waarderen?
door Maya Toebat
Dit artikel is een verslag van een focussessie op de Iedereen Leest-conferentie 'De leesbevorderaar centraal'. Die vond plaats in Gent op 24 oktober 2024. Alle verslagen van die conferentie lees je in een terugblik.
‘It takes a village to raise a child: dat weten we al langer. Maar ook het volgende is waar: it takes a village to raise a reader’, begint Sarah Van Tilburg, vormingscoördinator van Iedereen Leest. ‘Daarbij kunnen vrijwilligers veel betekenen voor professionele leesbevorderaars. Ook bij Iedereen Leest werken we samen met vrijwilligers. Denk maar aan de consultatiebureaus van Kind en Gezin, waar vrijwilligers ouders hun eerste Boekstart-pakket overhandigen en hen aanmoedigen om dan al samen met hun kinderen te kijken, lezen en zingen én hen de weg naar de lokale bibliotheek te wijzen. Zonder vrijwilligers is er ook geen Leesjury: zij begeleiden de groepjes waar kinderen en jongeren samenkomen om te praten over wat ze lazen. Vorig jaar stond de vrijwilliger ook centraal in de campagne van Voorleesweek, die voorleesbuddy’s in de kijker zette.’
Om vrijwilligers te vinden en te houden is het belangrijk dat je organisatie een professionele omkadering van het vrijwilligerswerking uitzet. Daar weet Joline Willaert alles over. Vanuit Hitch begeleidt zij organisaties die met vrijwilligers (willen) werken. ‘Werken met vrijwilligers groeit vaak organisch, maar het werpt vruchten af om bewuste keuzes te maken’, zegt ze. ‘Dat doe je niet alleen, van achter je bureau. Hoe meer medewerkers je betrekt, hoe duurzamer en hoe meer gedragen je vrijwilligersbeleid zal zijn.’
(De tekst gaat verder onder de afbeelding.)
Zes bollen
Als Willaert met Hitch een vrijwilligersbeleid op maat helpt uitdenken, werkt ze met het 6-bollenmodel. ‘Het eerste aspect is de visie. Vaak wil men meteen beginnen met vrijwilligers te zoeken en die te coachen, maar waar wil je als organisatie naartoe? Wie mag er vrijwilliger zijn en wat mogen de vrijwilligers doen? Een duidelijke, gedeelde visie bepaalt de richting waarin je je samen beweegt. De tweede bol is rekrutering: hoe trek je mensen aan? Kijk daarbij ook door de bril van aankomende vrijwilligers. Wat willen zij? Hoe kunnen ze zich zinvol inzetten, ook als ze weinig tijd hebben? Vaak focussen organisaties op een vaste kern van vrijwilligers die veel doen op regelmatige basis, maar zo bereik je geen breed publiek. Er zijn ook multivrijwilligers nodig (die je altijd mag opbellen voor diverse taken), taakvrijwilligers (die komen voor een afgebakende taak) en occasionele vrijwilligers (die één keer komen knallen). Toon dat vrijwilligers zich op verschillende manieren kunnen engageren en kunnen doorgroeien. Dat werkt drempelverlagend.’
“Vaak wil men meteen beginnen met vrijwilligers te zoeken en die te coachen, maar waar wil je als organisatie naartoe? Wie mag er vrijwilliger zijn en wat mogen de vrijwilligers doen? Een duidelijke, gedeelde visie bepaalt de richting waarin je je samen beweegt.”
Als je nieuwe vrijwilligers onthaalt – de derde pijler – raadt Willaert aan om eerst af te stemmen. Is er een match tussen de persoon en de organisatie, en waarvoor en wanneer kan die aan de slag gaan? Daarna laat je de vrijwilligers niet meteen los, maar je blijft ze coachen, de vierde bol. ‘Vaak is daar niet veel tijd voor, maar kijk dan wat er wél kan. Zijn er bijvoorbeeld vrijwilligers die goed meedraaien? Ook zij kunnen zo’n rol als coach opnemen. Vrijwilligers begeleiden betekent niet constateren, maar anticiperen en samen redeneren. Speel kort op de bal en ga op tijd in gesprek over frustraties voordat ze te groot worden. Maar weet ook: coaching gaat niet alleen over wanneer er iets slecht gebeurt, het is een permanent gegeven. Check bijvoorbeeld op tijd of de vrijwilligers genoeg zingeving, autonomie, verbondenheid en competentie ervaren.'
Coachen gaat over task management, maar ook team management. Datzelfde geldt voor een evaluatie, de vijfde bol. ‘Probeer zo veel mogelijk formeel te evalueren op taakniveau en over de volledige vrijwilligerswerking heen, en niet zozeer op persoonsniveau. Benoem ook de positieve dingen, want alles wat je aandacht geeft, groeit.’ Dan is er nog de laatste bol: de exit. Wat doe je met vrijwilligers die moeten of willen vertrekken? ‘Ook daar gaat men vaak te snel over, terwijl je ook kan kijken of jullie het takenpakket kunnen veranderen zodat vrijwilligerswerk toch in iemands gewijzigde agenda past. En eigenlijk is iedere keer dat iemand na een activiteit naar huis vertrekt een exit: vraag ook dan hoe die het ervaren heeft.’
Groepsgevoel
Terwijl Willaert de aanwezigen laat nadenken over twee uitdagingen waarmee ze aan de slag kunnen gaan binnen hun werking, komen enkele vrijwilligers mee op het podium. In een panelgesprek vertellen ze over hoe zij engagement opnemen als leesbevorderaars. Mik Ghys is bezieler en uitbater van een schoolbibliotheek in Merksem. Die startte ze op toen haar kinderen er nog naar school gingen en vele jaren later is nog steeds de drijvende kracht. ‘Eén voormiddag per week komen alle klassen naar de schoolbib’, vertelt ze. ‘Om de bib te runnen zijn er telkens twee vrijwilligers nodig die de boeken in- en uitschrijven. De eerste vrijwilligers kwamen uit het oudercomité en hun enthousiasme trok al snel andere ouders aan. Vaak zijn dat mensen wiens kinderen op de school zitten, maar soms is dat niet langer zo. Ze halen er veel plezier uit om de kinderen en hun enthousiasme voor de boeken te zien. Het helpt ook dat er een afgebakende taak is en dat ik bij het maandschema rekening hou met hun agenda. Elke week zet ik een ander duo samen zodat de vrijwilligers elkaar allemaal leren kennen.’
(De tekst gaat verder onder de afbeelding.)
Dat groepsgevoel is voor vrijwilliger Valérie Buyse heel belangrijk. Zij was al lang lid van de Leesjury en besloot daarom begeleider te worden van een leesgroep in bibliotheek Brugge. ‘De momenten waarop vrijwilligers samenkomen en ervaringen uitwisselen zijn altijd heel leuk. Ook waardeer ik het dat er flexibel omgesprongen wordt met mijn veranderende agenda. Zo heb ik ondertussen kleine kinderen waardoor er geen tijd meer is om dikke boeken te lezen. Daarom heb ik met de bib gekeken hoe we mijn takenpakket konden aanpassen. Nu begeleid ik de kleuters, wat minder voorbereidingswerk is én ik kan mijn kinderen meenemen. Een win-win.’
Pizza- en koffiefeedback
Ook Alyssa Thalheim leest voor aan de allerjongsten, als vrijwilliger in kinderdagverblijven in Schaarbeek. Dat doet ze in het kader van Babybib, een project van bibliotheek Sophia, waarvan ook educatief medewerker Maarten Coertjens aanwezig is. ‘Ons vrijwilligersbeleid is al doende gegroeid door te kijken naar de noden van de vrijwilligers en de hulpmiddelen die zij nodig hebben’, legt hij uit. ‘De taak als vrijwilliger moet in je leven passen. Anders stopt het vrij snel. Daarom laten we onze voorleesvrijwilligers zelf afspreken met de crèche wanneer en hoeveel ze voorlezen. Verder merk ik dat vrijwilligers zich vaak schuldig voelen als hun leven verandert en ze minder tijd hebben. Dan wens ik hen juist proficiat en geef ik aan dat ze even wat minder kunnen doen.’
De drempel voor vrijwilligers bij Bib Sophia is laag en dat is een van de redenen waarom Thalheim zich er zo op haar plek voelt. ‘Ik heb altijd graag gelezen, dus ik heb gekozen voor iets waar ik me goed bij voel, maar de ondersteuning en flexibiliteit helpen enorm’, vertelt ze. ‘Ik ben namelijk gestart toen ik tussen twee jobs zat en veel tijd had. Met mijn nieuwe job als leefgroepbegeleider is het drukker. Gelukkig heb ik dankzij mijn shiften wel tijd in de week om voor te lezen in de crèche. Ook krijgen we workshops die onze competenties vergroten en zijn er leuke feedbackmomenten met pizza of koffie.’ Minstens één keer per jaar gaat Coertjens koffie drinken met de structurele vrijwilligers om te horen hoe het gaat en hoe ze het vrijwilligerswerk ervaren. ‘Wij deden dat vorige week en dat deed veel deugd’, zegt Thalheim. ‘Het ging net wat minder met mijn gezondheid en ik voelde me schuldig. Alleen al de vraag “Hoe is het met jou?” is dan heel sterk om als vrijwilliger te krijgen. Dat kan echt helpen om die persoon in het team te houden.’
Een aanbod voor vrijwilligers bij de Iedereen Leest Academie
Werkt jouw leesorganisatie met vrijwilligers? Wees dan bovenstaande tips indachtig. Wijs de vrijwilliger ook de weg naar de Iedereen Leest Academie, waar het aanbod voor vrijwilligers verzameld staat. Speciaal voor hen is er het traject Voorlezen voor buddy's. Ook de opleidingen voor professionals bieden heel wat inspiratie voor de vele leesvrijwilligers.
Deel dit artikel: