Samen leesbeleid maken
Veel losse, leesbevorderende activiteiten opzetten in je school, bib of kinderopvang - het kan je als team voldoening bezorgen, daarmee doe je nog niet aan effectieve, krachtige leesbevordering. Dat bereik je pas als de activiteiten deel uitmaken van een weldoordacht leesbeleid dat je samen hebt uitgetekend. Een beleid dat je liefst ook levendig houdt. Maar hoe begin je daaraan?
- door Fieke Van der Gucht
Dit artikel is een verslag van een focussessie op de Iedereen Leest-conferentie 'De leesbevorderaar centraal'. Die vond plaats in Gent op 24 oktober 2024. Alle verslagen van die conferentie lees je in een terugblik.
Beleidsmatig werken aan leesbevordering brengt een dynamisch proces op gang. Wil je doelgericht aan de slag gaan met je team, dan betrek je daarbij best zoveel mogelijk collega’s. Tijdens het beleidsproces doorloop je samen vijf cruciale stappen, die in deze focussessie worden toegelicht door Simon Bequoye, beleidsmedewerker bij Iedereen Leest, en Jona Hebbrecht, lerarenopleider bij Odisee Hogeschool en praktijkassistent bij vakgroep Onderwijskunde van UGent.
Stuurloos schip
'Zonder leesbeleid is je schip stuurloos', steekt Hebbrecht van wal. Een leesbeleid is geen ver-van-je-professionele-bedshow. Het is de motor voor de leesbevordering op je school, in je bibliotheek; de motor voor de voorleeswerking in je kinderopvang. Vele losse leesinitiatieven vormen nog geen samenhangend leesbeleid. Maar hoe begin je daaraan? Op die vraag willen behoorlijk wat mensen het antwoord weten, blijkt uit de flink gevulde zaal. Van alle aanwezigen beschikt ongeveer de helft al over een leesbeleid. Tegelijkertijd geeft iets meer dan de helft van de aanwezigen aan niet precies te weten welke stappen naar een duurzaam leesbeleid leiden.
Leesbeleid als proces
'Een leesbeleid is een proces', benadrukt Bequoye. 'Het vergt veel meer dan een eenmalig plan opstellen dat na afloop in de kast belandt. Het omhelst verschillende stappen die het beleid tastbaar maken in je organisatie. Of je nu werkt in een bibliotheek, een school of een kinderdagverblijf: elke organisatie werkt best procesmatig aan beleid. Concreet bestaat dit proces uit vijf stappen:
- Werk in een team. Stel daarom een leeswerkgroep samen, een team van trekkers die zich over het leesbeleid buigen en het opvolgen. Dat werkgroepje is best zo divers mogelijk, met collega's die meer en minder ervaring genieten, met collega’s die jongere en oudere doelgroepen bedienen.
- Maak een analyse. Een beleid streeft naar een situatie as wished die wordt afgezet tegen de situatie as is. Die beginsituatie breng je het best zorgvuldig in kaart. Dat kan via de gratis tools Leesscan voor scholen en Leesscan voor bibliotheken.
- Zorg voor een gedeelde visie. Het is verleidelijk om na je analyse meteen doelen en acties te bepalen om je leesbevorderingsbeleid te versterken. Toch is het belangrijk om eerst even stil te staan bij de visie op (voor)lezen of leesbevordering die je als organisatie wil uitdragen.
- Stel een actieplan op. Niet alles hoeft meteen te gebeuren. Leg in een actieplan prioriteiten vast. Formuleer er doelen op korte, middellange en lange termijn. Specifieer wie welke acties uitvoert en binnen welke termijn. Enkel op die manier kan een actieplan een houvast zijn.
- Monitor en stuur bij. In welke mate helpen je acties om je doelen en visie te realiseren? Verzamel data en informatie zodat je indien nodig acties kan bijsturen. Monitoren doe je niet per se ter controle, maar om te checken of je wel degelijk realiseert wat je wil bereiken als organisatie.
(De tekst gaat verder onder de afbeelding.)
Visuele visie
Omdat theorie zonder praktijkvoorbeelden maar weinig tot leven komt, getuigen enkele sprekers in deze focussessie over hoe zij in hun praktijk beleidsmatig te werk gaan. Charlotte Haentjens en Stephanie Moerkerke van kinderdagverblijf Patjoepelke-Wistik bijten de spits af. In Patjoepelke maakt het taal- en (voor)leesbeleid deel uit van een bredere gedeelde visie op de ontwikkeling van kinderen. Die visie is uitgeschreven met het hele team, in samenspraak met de ouders – een echt 'samenverhaal' is het dus. Om de visie toegankelijk te maken is ze uitgewerkt tot een heus verhaal dat geïllustreerd werd op postkaarten.
Om alle collega’s mee te krijgen in het beleidsverhaal worden er verschillende vertelkoffers samengesteld met passende boekjes voor zowel baby’s als peuters. Patjoepelke werkt ook met werkgroepjes rond specifieke leesbevorderingsactiviteiten als de Voorleesweek of de Poëzieweek. Deze werkgroepen laten zich ook verder professionaliseren met opleidingen, zoals over interactief voorlezen.
Tot slot onderstrepen Moerkerke en Haentjens het belang van een betrokken bibliotheek bij je leesbeleid. Dat contact met de bib groeide bij hen gaandeweg. Nu komen elke zes weken de peuters er op bezoek, samen met de ouders die willen. De begeleiders krijgen er de kans om boekjes te ontlenen en ermee aan de slag te gaan. En houdt de bib een tweedehandsboekenverkoop? Dan krijgt Patjoepelke de eerste keuze!
Leergemeenschap
Door de dalende leesresultaten op school groeide een urgentiebesef, vertelt directeur Tanja Segers van basisschool De Boot. De school stapte in het project PRO Lezen en stippelde zo een krachtig leesbeleid uit. De Boot had al de traditie om te werken met professionele leergemeenschappen. Nu werd het belang van leesbevordering als pedagogisch thema op de kaart gezet. Eerste taak was de leesscan invullen met het voltallige team.
Het resultaat? De Boot bleek wel op sommige aspecten al een en ander te realiseren, maar overal was er nog groeimarge. Toen boog het team zich op strategische doelen. Pas later stonden acties centraal. Twee lessen uit het verleden waren immers: de Boot ging te snel tot actie over én de school voerde acties die niet meteen vruchten afwierpen ook te snel af. Via interviews met collega's ontstonden enkele speerpunten, die in samenspraak met het team gevisualiseerd werden in kleurrijke bollen. Die bollen zijn goed zichtbaar op school, zodat ook leerlingen zich aangesproken voelen.
Na vier jaar is het leesbeleidsproces van De Boot ondertussen een eerste keer doorlopen en wordt er een nieuwe blauwdruk met strategische en operationele doelstellingen voorbereid. Het bewijs dat de goesting daarvoor blijft bestaan? 'Dat de huidige professionele leergemeenschap graag wilde doorgaan', glundert Segers. Vanuit haar enthousiasme moedigt ze iedereen in de zaal aan: 'De belangrijkste tip als je samen leesbeleid wil maken? Gewoon: eraan beginnen, liefst vandaag nog!'
Betrek jongeren
Als laatste getuigenis neemt Lissa Maes van bibliotheek Sint-Niklaas het publiek mee in het beleidstraject dat de bib doorliep om meer - en beter - een plek te zijn voor jongeren. Uit een publieksbevraging bleek immers dat jongeren een plek misten om te vertoeven, te studeren of te lezen. Een transversale en divers samengestelde werkgroep ging aan de slag. Eerste taak? De onderzoeksdata verder verfijnen via een gerichte bevraging bij de jongeren die de bib bezochten. Pittig detail: via de ‘hippe’ QR-code liepen 13 antwoorden binnen, via de ‘analoge’ methode met pen en papier maar liefst 50.
Aan ideeën voor een jongerenplek was er op die manier geen gebrek. Voor er echter een nieuwe leesomgeving voor jongeren uit het leesbeleid kon voortvloeien, moest de werkgroep wat weerstand overwinnen. Niet alle collega’s waren van mening dat een bibliotheek de uitgelezen plek voor hangjongeren is. Die bezorgdheden werden serieus genomen. Ook jongeren kregen inspraak. Naast de eerder aangehaalde bevraging hield de bib een meeting met cola en chips. Dat bleek een cruciale zet, geeft Maes aan: 'Een jongere die goed naar Gandhi had geluisterd zei me: "Wat je doet voor mij, zonder mij, doe je tegen mij". Dat heb ik altijd onthouden.'
Uiteindelijk resulteerde al die inspraak in een Young Adult-corner waarin collecties frontaal worden gepresenteerd, waarin jongeren kunnen hangen in de zetels of neerploffen op poefjes. Ook voor de studenten werd een dergelijke ‘verblijfsplek’ voorzien. De bib van Sint-Niklaas werd zo een third place: een warme, veilige plek waarin je kan ontspannen, een boek kan lezen, mensen kan ontmoeten … Dat alles werpt vruchten af: niet alleen de uitleencijfers blijken te boomen bij de 15-jarigen, ook de verblijfsplek lokt meer jongeren naar de bib. Dat blijkt uit de turflijsten waarop elke drie maanden 1 maand lang alle ‘hangjongeren’ worden geregistreerd door de bibmedewerkers. 'Dat de nieuwe YA-corner een succes is, is dus niet gebaseerd op basis van een wensdroom,' sluit Maes af, 'maar gelukkig ook op basis van cijfers.'
Eén alleen is niet genoeg
Pedro De Bruyckere (pedagoog en directeur van Leerpunt), die de focussessie kort afsloot, benadrukte hoezeer Patjoepelke, De Boot en de bib van Sint-Niklaas de boodschap goed hadden begrepen: één alleen is niet genoeg, een leesbeleid maak je samen. Niet met één leerkracht, maar met alle leerkrachten; niet op één onderwijsniveau, maar van kleuter- tot en met secundair onderwijs; niet als onderwijs alleen, maar met partners als de bib en auteurs.
Zo’n leesbeleid is broodnodig, in een Vlaanderen waarin 1 op 4 van de 15-jarigen onvoldoende kan lezen om deel te nemen aan onze samenleving. Omdat lezen een complex proces is waarbij onder meer technisch lezen, kennis van de wereld, leesmotivatie op elkaar inspelen, is het belangrijk om op al die factoren in te zetten. Opnieuw: één alleen is niet genoeg.
Tot slot bevestigt hij wat de drie organisaties duidelijk aantoonden met hun verhaal: dat het belangrijk is om in te zetten op meerdere pijlers zoals leesaanbod. Elk afzonderlijk zetten ze geen zoden aan de dijk, in samenspel zorgen ze voor krachtig leesonderwijs, krachtige leesbevordering of een krachtige voorleeswerking. Ook daar, sluit hij af, geldt: één alleen is niet genoeg!
Leesbeleid bij de Iedereen Leest Academie
Wil je graag zelf snel van start met een duurzaam leesbeleid? De Iedereen Leest Academie ziet leesbeleid als motor van krachtige leesbevordering. Onderwijsprofessionals kunnen er terecht in het online leertraject Een duurzaam leesbeleid ontwikkelen. Voor bibliotheekprofessionals is dat het traject Een duurzaam leesbevorderingsbeleid ontwikkelen. Professionals uit de kinderopvang kunnen zich alvast inschrijven voor de inspiratiesessie Een voorleeswerking uitbouwen in de kinderopvang, gepland in het voorjaar van 2025.
Deel dit artikel: